Het Spoor Terug
In Duitse krijgsdienst 3: het fascistisch gedachtegoed na de oorlog
Deel drie van de driedelige serie 'In Duitse krijgsdienst' over Nederlandse SS-ers.
In dit deel een onderzoek naar het fascistisch gedachtegoed na de oorlog.
Minstens vijfentwintigduizend Nederlanders vochten tijdens de Tweede Wereldoorlog mee om Hitlers Derde Rijk te verwezenlijken. Het Nederlandse aandeel in de SS was hiermee groter dan dat van alle andere bezette landen.
Interviews met voormalige Nederlandse SS-ers.
Inleidende teksten:
Tekst Karel de Mooij en Pieter van Lent, die u hier hoorde, zijn twee van de vele Nederlanders, die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de zijde van de Duitsers meevochten tegen het Bolsjewistische gevaar in het Oosten. Nu, bijna 45 jaar later, kijken beiden terug op een periode die bepalend zou zijn voor de rest van hun leven.
Pieter van Lent deed er bijna 40 jaar over om met zijn verleden als SS-soldaat af te rekenen. Nu is hij actief als anti-fascist, en bestrijdt elke totalitaire ideologie.
Karel de Mooij daarentegen heeft nooit afgerekend met zijn SS-verleden. Hij leeft nog steeds voort in zijn nazi-tijd, en koestert de periode die hij als SS-er in Rusland doorbracht.
Vandaag gaat het in Het Spoor terug over de manier waarop de Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Duitse krijgsdienst gingen al dan niet hebben afgerekend met dit verleden. In de afgelopen twee delen van deze driedelige serie is het verhaal verteld van de 25 tot 50.000 jonge mannen, die Hitler actief helpen bij de verwezenlijking van zijn Derde Rijk. Gedreven door de propagandafilms en de hetzecampagnes voor de radio, trekken zij 2000 kilometer en verder naar het Oosten om een onbekende vijand te vernietigen. Vooral als de Duitse legers begin 1943 in Rusland voor het eerst tot staan gebracht worden, komen er in de bezette landen intensieve wervingscampagnes op gang, om jongens voor het Oostfront te ronselen. Nederlandse vrijwilligers leveren daarbij in verhouding het grootste aandeel. Tot aan de Duitse capitulatie zijn zij radertjes, die de Duitse oorlogvoering en machtsmachinerie mogelijk maken. Daarna komt, voor de circa 10.000 Nederlandse soldaten die het slagveld overleefden de ontnuchtering. Pieter van Lent, bevindt zich in april 1945 in Bad Kissingen, in afwachting van de geallieerden.
Tekst 1 In de interneringskampen confronteren de geallieerden ook de Nederlandse SS-ers met de gruwelijke werkelijkheid van de Duitse concentratiekampen. Bij de meesten duurt het lang, voor die werkelijkheid tot ze doordringt. Pieter van Lent, die in 1947 te horen krijgt dat hij nog één jaar geïnterneerd zal blijven, krijgt in het heropvoedingskamp te Enschedé te maken met de eerste pogingen tot resocialisatie.
Tekst 2 is vervallen
Tekst 3 Karel de Mooij, die u in het begin een heldengedicht op de SS hoorde declameren, heeft nooit met zijn verleden afgerekend. Hij staat nog steeds volledig achter de nazi-ideologie, en interpreteert de geschiedenis op geheel eigen wijze.
Tekst 4 Dit was Karel de Mooij, die nog steeds nationaalsocialist is, en de afschuwelijke werkelijkheid van de concentratiekampen probeert te ontkennen. Ook dat is dus een manier waarop sommige Nederlandse SS-ers het oorlogsverleden verwerken.
Als Pieter van Lent in de jaren 60 in Engeland woont, begint hij voor het eerst over de oorlogsperiode te lezen. Hij beseft dan dat er in de concentratiekampen iets anders aan de hand geweest is dan hij in de propagandafilms over Theresienstadt heeft gezien. Hij probeert die gedachte lang te verdringen, maar kan er uiteindelijk niet meer omheen.
Tekst 5 Ook Karel de Mooij leest veel over de oorlog, maar baseert zich op heel andere bronnen. Met veel documentatiemateriaal wil hij de verslaggever duidelijk maken dat er voor hem genoeg reden is om trots te zijn op zijn nazi-verleden.
Tekst 6 Nadat Pieter van Lent alles over de oorlog gelezen heeft, kan hij niet voor zichzelf accepteren dat hij deel heeft uitgemaakt van dat moorddadige regime. Dat duurt tot 1977.
Tekst 7 Later zal blijken dat de onverwachte bezoekers goede bekenden zijn van Karel de Mooij, en regelmatig nog samenkomen om "die goeie ouwe tijd" op te halen. Voor een deel zijn zij ook nog politiek actief, met name binnen de Nederlandse Volks Unie van Joop Glimmerveen. Vooral in de jaren 70 draagt deze inmiddels bijna geheel uit elkaar gevallen neo-nazistische partij zijn racistische denkbeelden uit op diverse partij vergaderingen. Deze bijeenkomsten ontaarden meestal in confrontaties met anti-fascisten, zoals in mei 1977 te Arnhem.
Tekst 8 Ook de gepensioneerde Drentse boer Koenraad Harmelink heeft, net als bijna alle Nederlandse SS-ers, tot het einde van de oorlog in een Duitse overwinning geloofd. Na de Duitse capitulatie komt hij snel tot inkeer en erkent hij zijn foute keuze.
Uitgebreidere documentatie aanwezig in VPRO archief