Het Spoor Terug
Duitse dienstbode Anna van Vliet
Portret van de voormalig dienstbode Anna Johanne van Vliet, van geboorte Duitse, waarin zij vertelt over haar werk, de crisistijd, haar huwelijk en de emancipatiebeweging. Over hoe een Duits arbeidersmeisje een Nederlandse activiste werd. In 1919 verliet zij het arme Duitsland. Zij kwam op twintigjarige leeftijd naar Nederland en kreeg een betrekking als dienstbode. Door haar Nederlandse collega's werd zij in de crisistijd verguisd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest ze zich als Duitse op de vlakte houden. Na de oorlog werd ze actief in de vrouwenbeweging, nog voor het begin van de tweede emancipatiebeweging.
Inleidende teksten:
Tekst 1 in een bijna antieke auto rijden we door Amsterdam Zuid langs de huizen waar de in Duitsland geboren Anna van Vliet meer dan 65 jaar geleden als dienstbode werkte. Ze was net twintig toen ze in 1919 in Nederland aankwam. Op zoek naar het grote geld had ze het bankroete Duitsland achter zich gelaten. Ze wilde zo snel mogelijk door naar Amerika, het land van de ongekende mogelijkheden. Haar eerste dienstbodenbetrekking was bij een professor in Utrecht. Vele huizen in Amsterdam volgden, tot ze in 1924 haar man Bertus leerde kennen en besloot om toch maar in Nederland te blijven. Vandaag gaat het Spoor Terug over het dienstbodenbestaan van mevrouw van Vliet, over haar lot en haar leven. Hoe ze hier kwam, wat ze wilde en wat er van haar geworden is.
Tekst 2 Na de eerste wereldoorlog is Duitsland er slecht aan toe. In Nederland daarentegen floreert de economie, omdat het neutraal gebleven is. Veel Duitse meisjes die door de oorlog hun huwelijksplannen hadden moeten uitstellen besluiten daarom hun geluk in Nederland te gaan beproeven om met de Hollandse gulden, die veel meer waard is dan de Duitse Mark, hun uitzet te kopen. Die 'steinreiche Niederlände' trekken echter al snel ook meisjes met andere bedoelingen aan. Zo breekt er in 1923 in het Amsterdamse Doelenhotel een epidemie van geslachtsziekten uit. De vreemdelingenpolitie stelt een groot onderzoek in en vele Duitse meisjes worden het land uitgezet. Toch blijven de Duitse dienstmeisjes de lievelingen van de Hollandse mevrouwen. Ze nemen met minder salaris genoegen, en staan bekend om hun werklust en ijver. In het topjaar 1934 zijn er zelfs bijna 40 duizend. Een van hen is Anna, toen twintig en op zoek naar betere kansen en een toekomst buiten Duitsland. Om aan een betrekking te komen bezoekt ze in Braunschweig een rijke dame met veel contacten in Nederland, een zogenaamde 'besteedster', die haar met een barones in Groningen in contact brengt.
Tekst 3 Tijdens een lange treinreis naar Utrecht ontmoet Anna een internationaal gezelschap van statenlozen en landverhuizers, die eveneens het geluk in Amerika gaan zoeken. Op verschillende invitaties om mee te gaan naar Rio de Janeiro gaat zij, uit vrees om gekidnapt te worden, niet in. Uiteindelijk komt zij aan bij het kolossale huis van professor Magnus Rau aan het Wilhelminapark in Utrecht.
Tekst 4 Haar besluit om weg te gaan staat vast. Ook de kinderjuffrouw neemt het voor haar op.
Tekst 5 De auto houdt stil voor een enorme villa aan het Vondelpark. De glorie van weleer komt het meest tot uiting in het glazen tuinprieel dat hoog boven het hek uittorent. "De wintertuin," zegt mevrouw van Vliet meteen, "daar mochten wij als personeel nooit komen." Naast de familie Kahn, mede–eigenaars van de firma Hirsch & Co, een vooroorlogs modemagazijn, woonde er in het huis een huisknecht, een eerste meisje, een tweede meisje, een kokkin en een keukenmeisje. En dagelijks komen er werksters voor het zware werk. De oude Jettie is een van hen, door de familie barmhartig aangehouden omdat ze als vrouw alleen alleen haar kinderen moet opvoeden. Een geregelde gast van de familie is meneer van den Berg, mede-eigenaar van de firma, die de meeste tijd in Parijs woont. Als hij in Amsterdam is betrekt hij met zijn eigen kokkin Fraulein Weiss de zomertuin.
Tekst 6 Als de familie de zomer op het buiten Dennendal wil gaan doorbrengen waar volgens de geruchten nog meer gasten worden ontvangen, besluit Anna om haar baan op te zeggen. Bovendien schiet het sparen niet op; Amerika blijft een land ver achter de horizon. In het hotelwezen is het beter, hoort ze. En voor vijftig gulden, twee keer zoveel als bij de familie Kahn, neemt ze een betrekking in een badhotel in Wijk aan zee. Een leuke tijd breekt aan.
Tekst 7 Het seizoen is afgelopen en met spijt vertrekt Annie. Na een kort bezoek aan Duitsland, waar ze niet meer kan wennen, komt ze weer in Nederland. De baantjes liggen echter niet meer voor het oprapen. Het is 1923 en steeds meer Duitse meisje wagen de sprong naar het grote geluk. Anna's verlangen om te emigreren groeit.
Tekst 8 Bertus de loodgieter heeft zijn zinnen op Anna gezet. Zij twijfelt nog die avond aan het Frederiksplein. Dokter Garenstroom, bij wie ze in dienst is getreden, wil haar graag opleiden tot zijn doktersassistente en daar heeft Anna na al die jaren als dienstbode wel oren naar. Maar als Bertus zegt dat hij zelfs al een huis heeft gevonden laat zij zich overhalen om het te gaan bekijken.
Tekst 9 Ze trouwt in 1924 met de man die haar zo doortastend wist in te palmen. Beschaafd, gemanierd, maar beslist. Tot Nederlandse genaturaliseerd komt ze zonder veel persoonlijke moeilijkheden de Tweede Wereldoorlog door. In 1947 stelt ze vast, dat vrouwen, evenals na de Eerste Wereldoorlog, geen politieke stem krijgen. Ze verzet zich tegen de berusting die ze in christelijke vrouwenkringen tegenkomt en wil met de socialistische vrouwenbeweging als voorbeeld de christelijke vrouwen strijdbaar maken. Ze richt daarbij de eerste landelijke kieskring voor vrouwen op binnen de CHU. Mevrouw van Vliet wordt volgend jaar negentig, maar de politiek heeft ze niet achter zich gelaten, zelfs nu roert ze zich nog in dagelijks leven van het bejaardenhuis waar ze woont. We beëindigen het bezoek aan het huis in de PC Hooftstraat, waar ze op de top van haar dienstbodenbestaan een betrekking had bij de familie Kahn, mede-eigenaar van Hirsch & Co, een joods modemagazijn van voor de oorlog.