Het Spoor Terug
J.H. Scheps
Portret van oud-PvdA Kamerlid J.H. Scheps.
Eén van de grote figuren uit de geschiedenis van de politieke democratie, ook wel 'de vaandeldrager van de sociaaldemocraten' genoemd en door journalist Harry van Wijnen omschreven als de "beste zeepkistspreker die de politieke geschiedenis van Nederland na Troelstra heeft voortgebracht".
Hij is net zo oud als deze eeuw, geboren 13 juli 1900 te 's-Gravenhage en net zo kleurrijk. In de dertiger jaren als christenmens reeds lid geworden van de SDAP, in de oorlogstijd individueel verzetsstrijder tegen de bezetters en vervolgens een even eigengereid lid van o.a. de gemeenteraad van Zeist, de Tweede Kamer en van de PvdA.
Inleidende teksten:
Tekst 1 J.H.Scheps. Zijn leeftijd is het jaartal van de eeuw. Zijn voornaam was privé. Zijn achternaam was rijp voor socialisatie, dus was het kameraad Scheps, en met dit aanbod trad hij in het begin van de crisisjaren toe tot de SDAP. Scheps dus....Een man die het met velen aan de stok heeft gehad, die twintig jaar een van de meest eigengereide leden van de Tweede Kamer is geweest. Straatprediker van beroep. Begonnen op de bakfiets met zelfgedrukte traktaatjes. Van Troelstra moest hij weinig hebben - het laatste revolutionaire élan van de SDAP houdt hem er in 1918 nog haast van af toe te treden . Evangelisch en evangelist is hij in feite altijd gebleven. Zijn stem is er nog altijd op getraind. Wij zoeken hem op in zijn Utrechtse doorzonwoning. De 88-jarige heeft de afspraak even moeten verzetten, zijn bezigheden als ambtenaar van de burgerlijke stand hebben hem in Zeist opgehouden. Wij stappen maar meteen over naar Den Haag. Niet zóveel mensen kunnen nog zeggen: "Ik heb Troelstra de revolutie horen uitroepen".
Tekst 2 Als een groentje komt hij dus in de partij, zeker niet als een rooie. Als lid van de Partij vestigt Scheps zich in Zandvoort waar de grote Vorrink afdelingsvoorzitter is. Hij treft hem soms ook op het station. Vorrink bestijgt dan een eersteklas treincoupé, Scheps stapt gewoon de derde klasse binnen. Van Vorrinks autoriteit trekt hij zich niet veel aan. "Je kan me wat", is al voor de oorlog voor hem een gevleugeld woord.
Tekst 3 De afstand verdwijnt als de Duitsers ons land bezetten en Vorrink Scheps bij hem ontbiedt. Het zijn Scheps' brochures die Vorrinks aandacht hebben getrokken. Brochures die al lang geen vrome traktaatjes meer zijn, maar militante geschriften die tot verzet tegen de Duitsers oproepen. Terwijl de Duitse terreur al is begonnen, schrijft hij nog onder eigen naam. Hij laat ze in een hoge oplage voor eigen rekening drukken. Hij verspreidt ze ook zelf. Zijn opruiend geschrift "Het Misverstand" in een oplaag van twintigduizend exemplaren valt ook Koos Vorrink in handen.
Tekst 4 Namen zijn gevallen, die de verbinding vormen over de oorlog heen : Vorrink, Drees én de naam van de vooroorlogse aartsvader Vliegen, bijna een heilige, die dè standaardwerken over de ontwikkeling van de Nederlandse arbeidersbeweging schreef, maar die in de oorlog door de mand valt en hoogbejaard en terzijde geschoven zal sterven. Die eerste jaren na de oorlog, die voor de jonge Partij van de Arbeid en ook voor de al tot middelbare opgeklommen leeftijd Scheps in de praktische politiek vooral worden bepaald door de Indonesische kwestie. De koloniale gedachte is losgeslagen, maar ook de beginselen van de socialistische bevrijdingsstrijd. En dan is er de Eerste Politionele Actie, waartoe een sociaaldemocratisch geleide regering opdracht geeft. Ondanks zijn wantrouwen tegen de nieuwe Indonesische machthebbers ligt Scheps dáár beslist nog niet dwars. Dat komt pas later bij de overdracht van Nieuw-Guinea aan diezelfde machthebbers.
Tekst 5 De Partij van de Arbeid breekt aan het begin van de jaren zestig ook de peilers af waarop hij volgens Scheps toch ideologisch rust: de Rooms-katholieke en de protestants-christelijke Werkgemeenschappen. Voor de laatste was Scheps toen partijsecretaris.
Tekst 6 Om in 1946 lid te worden van de fractie moet je een verleden hebben, een goed verleden uiteraard, goed tegenover fout tijdens de Duitse bezetting. Aan hen die goed waren vraagt Vorrink eenvoudig: "Wil je Kamerlid worden?" En zo komt ook Scheps in de Kamer.
Tekst 7 Scheps, zijn eigen zendeling, zijn eigen minderheid in de fractie, treedt zonder mankeren in het krijt voor de rechten van anderen, die hij als minderheden ziet. Zijn inzet voor de Molukkers en de Papoea's loopt gelijk op met zijn pleidooien voor een Europese volkerenstaat. En vlak bij huis ligt zijn verplichting jegens de Friezen en zijn engagement voor de rechten van de Friese taal. Het komt, in 1951, tot 'Kneppelfreed', 'Knuppelvrijdag', een wekelijkse marktdag in Leeuwarden waarop de politie een Friestalige betoging hardhandig uit elkaar slaat, waarbij zelfs een dode valt te betreuren. Scheps reist spoorslags af naar Ljouwert om er, met al de registers van zijn retorisch talent, een betoog te houden, waarin geen Fries-nationalist hem had kunnen overtreffen en waarover men ter plekke nog spreekt.
Tekst 8a Het keurslijf van de partijdiscipline blijft Scheps slecht passen. Toch blijft juist de man die de naam heeft een nog rechtsere rakker te zijn in het bestrijden van nieuw-links dan de hele familie Drees, trouw aan de partijideologie, terwijl Drees met toetreden tot DS70 de beginselen verkwanselt.
Tekst 8b De oorlog keert in zijn herinnering steeds weer terug. De man die de naam had, ook bij zijn kiezers, altijd na te komen wat hij belooft, en tegelijkertijd in woord en geschrift zoveel overhoop haalt dat je er nauwelijks vat op krijgt, blijft het meest concreet wanneer het om de strijd tegen de Duitse bezetter gaat. Een laatste terugblik maakt dit bezoek er eigenlijk niet vrolijker op; de militant is milder geworden, berustender, troostelozer.
Samenstelling: Marnix Koolhaas en Johan van Minnen