Het Spoor Terug
Afscheid van Indië 9, Oost west, thuis best
Deel negen van de tiendelige serie 'Afscheid van Indië', over de strijd van Nederland om het behoud van de kolonie Indië, een strijd die tussen 1945 en 1949 werd gevoerd.
Op 27 december 1949, een jaar na de tweede politionele actie, wordt de soevereiniteitsoverdracht getekend. 'Onze jongens' mogen eindelijk naar huis, maar het duurt nog meer dan een half jaar voor iedereen daadwerkelijk op weg is. Het moreel zakt tot onder het nulpunt.
Amerikaanse rapporten uit de veertiger jaren wijzen uit dat twee jaar tropen het maximum is voor een mens. Toch blijven de meeste Nederlandse militairen veel langer in Indië. Moedeloosheid en heimwee worden steeds groter en bij sommigen ontaardt dit in tropenkolder. Intussen blijft de Niwin cabaretgroepjes naar Indië sturen die niet al te vaak in een van de verre buitenposten optreden. Ze blijven liever in de stad. In die buitenposten is de eenzaamheid het grootst; de toestand verslechtert als de bevoorrading steeds moeilijker wordt. En als de jongens, soms na wel een jaar wachten, eindelijk naar huis mogen, zijn hun baantjes en meisjes van voor-Indië vaak verdwenen. Een kleine uitkering en verder zwijgen, wánt ze hebben de oorlog verloren.
Een programma over heimwee en verlangen, verveling en waanzin en de lang gedroomde terugkeer naar huis.
Geïnterviewden:
- Militairen Indië: Jan Vink (Enschede), Joop de Neef (Wemeldinge), Frans Smoorenburg (Krabbendijke);
- Radiocontact met thuis: Mevrouw Spoor (wed. generaal Spoor);
- Cabaret: voordrachtskunstenaar Rosita Driessen en zangeres Cobi Schreijer;
- over tropenkolder: Frans Smoorenburg, verpleegster H. Duijn—Schmidt.
En verder veel historisch materiaal en dagboekfragmenten.
Geïllustreerd met historische fragmenten en gelezen dagboekfragmenten uit 'De Verzwegen Oorlog' van A. van Helvoort.
Inleidende teksten:
Tekst 1 Na een maandenlange reis overzee klonken de stemmen van moeders en verloofdes, vaders en broers door de soldatenverblijven. De glasplaatjes werden grijsgedraaid en gekoesterd en vaak tot op heden bewaard. Vandaag in het Spoor Terug de negende aflevering van de serie Afscheid van Indië. Over heimwee en verlangen, verveling en waanzin en de lang gedroomde terugkeer naar huis. Tot het einde toe klinken er in Nederland positieve berichten over de stemming onder de jongens. Journalist Frans Kooijmans bezoekt in 1949 een buitenpost in Padang en brengt hiervan voor het strijdkrachtenprogramma verslag uit.
Tekst 2 A Joop de Neef gaat als dienstplichtig soldaat in maart '47 naar Indië. Hij wordt er in de keuken geplaatst en moet leren nasi te maken in plaats van rats, kuch en bonen. Hij begint in Palembang en werkt daarna 18 buitenposten af. De patrouille is 24 uur op en 24 uur af. Eten en drinken moet klaar staan als ze uitgeput terugkomen. Als de anderen op patrouille gaan blijft de Neef in de keuken, maar ook daar is het gevaarlijk en kun je beschoten worden. De angst voor de T.N.I., de Tentara Nasional Indonesia, het Indonesische Leger is permanent aanwezig. Drie volle jaren gaat dat zo door.
Tekst 2 B Een vriend van de Neef, Frans Smoorenburg, meldt zich enthousiast als vrijwilliger. Hij krijgt eerst een opleiding als onderofficier, wordt dan ingezet voor instructie van dienstplichtigen. In januari '48 vertrekt hij naar de Oost als sergeant-majoor bij de 3e compagnie van het 5e bataljon van het 6e regiment van de infanterie. Hij is dan 20 jaar. Toen hij zich meldde als zeventienjarige had hij zich een hele andere voorstelling gemaakt van de bevrijding van de Gordel van Smaragd uit de klauwen van de nationalisten. Maar echte actie laat op zich wachten, de dagen slepen zich voort.
Tekst 3 De Nationale Inspanning Welzijn Indonesië, de Niwin, is één van de organisaties die vanuit Nederland probeert ontspanning te bieden aan onze jongens. Er wordt gezorgd voor post, tijdschriften, films en kunstzinnig vertier in de vorm van toneel- , cabaret- en zanggroepjes. Zo komt Cobi schreijer met Riek Hulsebos en Caro Susan in Indië. De Novelty Sisters zijn aangezocht door Max Tailleur om er met hem op te treden voor de troepen.
Tekst 4 Of het de hitte is, de angst of de diepgewortelde heimwee bij sommige jongens, niemand weet het. Maar zeker is dat een aantal van hen er niet meer tegen kan en door het lint gaat. Frans Smoorenburg maakt het van dichtbij mee.
Tekst 5 Vanaf 1946 trekt de 18—jarige verpleegster Hilly Schmidt met een bataljon door de jungle. Het medisch team wordt in die begintijd vooruit gestuurd om de bevolking gerust te stellen. "We waren net een schietschijf", zegt ze nu en ze was blij toen dit al snel van hogerhand verboden werd. Twee jaar na haar aankomst in Indië gaat ze werken in het psychiatrisch ziekenhuis in Tjimahi, waar ook mannen met tropenkolder liggen. Ze kent hun angsten uit de praktijk.
Tekst 6 Kerstmis 1948. De tweede politionele actie is in volle gang. Uit Indië brengt een onbekende aalmoezenier in het strijdkrachtenprogramma het volgende bericht voer onze jongens.
Tekst 7 Amerikaanse onderzoeken wijzen uit dat 2 jaar verblijf in de tropen het maximum is dat een mens kan verdragen. Hier wordt vanuit medische hoek en van de kant van de geestelijke verzorging herhaaldelijk op gewezen. De Generale Synode van de Hervormde Kerk brengt enkele gruwelijke excessen naar buiten. Maar de regering Drees reageert niet. Intussen is de spanning voor de soldaten ondraaglijk. Frans Smoorenburg.
Tekst 8 Jan Vink, die zich als zeventienjarige jongen gemeld heeft als oorlogsvrijwilliger om uit zijn gereformeerde milieu weg te komen, zit vanaf '46 in Indië. Al loop je op de toppen van je tenen, je angst laat je nooit zien, zegt hij; Je stopt het diep weg, maar het blijft vreten.
Tekst 9 vervalt.
Tekst 10 Tot zover het strijdkrachtenprogramma, waarin de vrouw van opperbevelhebber Spoor twee jaar lang tussen alle dagelijkse beslommeringen door kans zag haar berichten de ether in te sturen. Intussen zitten de jongens te wachten tot ze naar huis kunnen. Ook Jan Vink heeft zijn kist met souvenirs klaarstaan. Hij wil weg.
Tekst 11 Rosita Driessen is een debuterende voordrachtskunstenares als ze door de Niwin wordt goedgekeurd om naar Indië uitgezonden te worden. Ze is er zelfs tweemaal geweest. Zo reist ze eind '48 met een programma van liederen, sketches en gedichten het tropische land door en heeft veel contact met de soldaten.
Tekst 12 Mei 1949 is het eindelijk zover. Jan Vink mag zijn boeltje pakken. Hij dacht anderhalf jaar te gaan; het werden er drie. Met de Waterman vertrekt hij naar Nederland, waar hij eind juni aankomt. Enschede is veranderd.
Tekst 13 Frans Smoorenburg komt mei 1950 in Zeeland aan. Zijn vriend Joop de Neef twee maanden eerder. Beiden zijn dan bijna drie jaar van geweest. Voor Joop de Neef is de thuiskomst een ontgoocheling.
Tekst 14 Ook de uitkering van Jan Vink is zo op. Zijn ouders organiseren een groot feest en lenen daarvoor tweehonderd gulden, die hij van zijn soldij terugbetaalt. Die eerste dagen loopt hij als een vreemde rond in Enschede.
Tekst 15. De laatste soldaten vertrekken pas in de loop van 1950 uit Indië, een jaar na de soevereiniteitsoverdracht. Ze laten 2500 gesneuvelden achter. Drie jaar ellende voor een verloren strijd. De beloning bestaat uit een speldje, een eenmalige uitkering en een maand gratis openbaar vervoer. En, voor wie dat wil, gunstige voorwaarden om naar Australië of Canada te emigreren. Het gewone leven moet doorgaan en het verlies van Ons Indië zo snel mogelijk vergeten worden. Zo'n honderdvijftigduizend jongens zijn al dan niet vrijwillig naar Indië gegaan; het merendeel van hen is nog in leven. Met ieder zijn eigen dromen en nachtmerries. Nog één keer Frans Smoorenburg:
Uitgebreidere documentatie aanwezig in VPRO archief