Het Spoor Terug
De jaren zestig 5: de Lusten
De Korte en Nimmer vertelde Geschiedenis van Alternatief Nederland in de Woelige Jaren Zestig, in elf delen verklaard en uitgelegd voor de jeugd van de jaren tachtig en al die anderen die het ook maar van horen zeggen hebben: over de strijd om de seksuele bevrijding.
De vernieuwing die de jaren zestig kenmerkte uitte zich ook in een strijd om seksuele bevrijding. Het ‘alles moet kunnen’-syndroom wint terrein. De NVSH en het COC bewegen zich in het kielzog daarvan. Het is de tijd van Gandalf, Phil Bloom en vrije communes. In 1968 organiseert het Erotisch Syndicaat het “Erotisch Panorama”. Alles moet kunnen en alles is leuk en lekker.
Erotische lectuur, zoals ‘Ik kan Cremer’ en de liefdesgeschiedenissen van Bob en Daphne werden verslonden. De singel ‘Je t’aime, moi non plus’ schokte menig luisteraar. In Paradiso en andere jongerencentra werden diverse naaktvoorstellingen gegeven. Vooral het Erotisch Panorama werd berucht met een openbare voorstelling waartegen de zedenpolitie optrad.
De NVSH, midden in de jaren zestig uitgegroeid tot een organisatie met meer dan 20.000 leden, ontkwam evenmin aan de invloed van de seksuele vernieuwing. In 1967 volgde na het geruchtmakend congres “Sekstant” een splitsing, waarna de consultatiebureaus werden verzelfstandigd.
Uiteindelijk bleef de seksuele revolutie beperkt tot een kleine groep, die in besloten kring verder experimenteerde.
Aan het woord:
-Gé Nabrink, voorheen voorzitter van het gewest Amsterdam van de NVSH en tegenstander van de vernieuwers;
-Ruud Kraamwinkel, drukker van het erotisch-literaire blad Gandalf en medeoprichter van het Erotisch Panorama;
-Guus Dijkhuizen, oprichter van Gandalf;
-Henno Eggenkamp, hoofdrolspeler in het Erotisch Panorama;
-Regi Govers, naaktdanseres in vele naaktshows;
-François (F.W.) Perrels, in de jaren zestig chef van de Amsterdamse zedenpolitie.
Uitgebreidere documentatie aanwezig in VPRO archief