Eet Smakelijk met Noorderlicht
Besmet verleden: wie is er bang voor BSE?
In april 1996 maakte Noorderlicht een aflevering over BSE en het mogelijke verband met een variant van de dodelijke hersenziekte van Creutzfeldt-Jakob bij mensen. Een jaar daarvóór was in Groot-Brittannië de eerste patiënt aangetroffen met een tot dan toe onbekende vorm van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, een vorm die deed vermoeden dat het ontstaat door het eten van met BSE besmet vlees. Dat consumptie de ziekte zou kunnen overdragen was verbazingwekkend. Bij schapen was immers al meer dan 200 jaar een vergelijkbare ziekte - scrapie - bekend, en die schapenziekte had nog nooit een mens ziek gemaakt. Een wetenschappelijk raadsel, heette het toen. Veel was nog onbekend over de ziekteverwekker, het raadselachtige prion-eiwit, dat het bestaande dogma in de biologie omver leek te werpen doordat het in staat leek zichzelf te vermenigvuldigen zonder dat daar DNA of RNA aan te pas kwam. Het was vooral een uitzending van vragen en vermoedens, vier jaar geleden. Er waren nog maar weinig antwoorden. Eind 2000 laaide de discussie opnieuw op, toen de Britse BSE-onderzoekscommissie een rapport publiceerde. Daarin werden overheid en wetenschappers beschuldigd van paternalisatie en geheimhouding. Openheid was meer op zijn plaats geweest, aldus de commissie. In Frankrijk zijn de eerste BSE-gerelateerde Creutzfeldt-Jakob patiënten ontdekt en laat de Fransman van schrik zijn tournedos bij de slager liggen. In het 'reine' Duitsland is een BSE-koe gevonden. Medio april 2001 waren er volgens het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij in Nederland in totaal vijftien BSE-koeien ontdekt. Maar hoever is de wetenschap in de afgelopen vier jaar gevorderd? Stanley Prusiner, de bedenker van de prion-hypothese, kreeg in 1997 de Nobelprijs voor geneeskunde: de hoogste wetenschappelijke blijk van erkenning voor een aanvankelijk zeer skeptisch ontvangen idee. Noorderlicht sprak voor deze aflevering opnieuw met enkele onderzoekers uit 1996, op zoek naar de antwoorden die er toen nog niet waren. Welke vermoedens zijn bevestigd? Welke vragen beantwoord? Welke nieuwe vragen moeten we stellen? Kunnen we BSE voorgoed uitroeien? Gaan we af op een epidemie van aan BSE gerelateerde Creutzfeldt-Jakob? En zo ja: wat kunnen we daar nog aan doen, of hebben we het risico - letterlijk - al geconsumeerd? Aan het woord komen Mari Smits en Aline de Koeier van ID Lelystad, waar de resten van met BSE besmette koeien worden onderzocht; Gerard Jansen, neuro-patholoog van het Universitair Medisch Centrum Utrecht; Cock van Duijn, epidemioloog verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en Pim van Gool, neuroloog bij het AMC in Amsterdam.