In de gelijknamige documentaire volgt Oey fotograaf Jeff Wall terwijl hij aan het werk is in Hoofddorp, Rotterdam en Los Angeles. Samen bezoeken ze locaties waar Wall in het verleden foto’s maakte.
De Canadese kunstenaar staat bekend om volledige enscenering. Hij maakt in zijn foto’s gebruik van acteurs om momenten uit zijn geheugen of uit de kunstgeschiedenis te reconstrueren.
Een jongensachtige professor
Webredacteur Sven Schaap sprak met directeur van kunstenaarsinstituut De Ateliers en Jeff Wall-expert Dominic van den Boogerd, en met Hripsimé Visser, conservator van het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Dominic van den Boogerd beschrijft de fotograaf: ‘Wall is een jongensachtige professor, hij is ontzettend erudiet en tegelijkertijd heeft hij een soort kinderlijke verwondering over de wereld om hem heen.’ De directeur leerde hem in 1993 kennen. ‘Ik ben toen twee dagen intensief met hem opgetrokken. Hij werkte toen samen met de Amerikaanse moderne Dan Graham aan het Kinderpaviljoen, een kunstproject in Rotterdam.’
In 1970 behaalde Wall zijn mastertitel in kunstgeschiedenis aan de University of British Columbia. De jaren hierna zette hij zijn studie voort en doceerde hij kunstgeschiedenis aan verschillende universiteiten. Van den Boogerd herinnert zich hoe ze in 1993 lang spraken over de schilderkunst: ‘Hij haalde daar veel inspiratie uit. Waar hij vooral mee bezig was, was met de geschiedenis van de representatie: de manier waarop de kunstenaar zijn tijd vastlegt.’ Hripsimé Visser: ‘Zijn werk gaat eigenlijk over wat fotografie is en hoe je ernaar kunt kijken’.
Wall ensceneert zijn werk tot in de puntjes, of, in zijn eigen woorden, hij reconstrueert een moment volledig. Vaak maakt hij gebruik van acteurs om een moment dat bij hem tot de verbeelding spreekt te laten herleven. ‘Hij gebruikt ook niet zozeer professionele acteurs om zijn onderwerp mee te ensceneren. Het zijn vaak gewoon amateurs. Een voorbeeld is een foto waarbij een man een culturele ruimte aanveegt. Wall heeft hem dagenlang die veegbeweging laten maken. Hij laat zijn “acteurs” zo vaak een beweging herhalen dat het natuurlijk gedrag wordt’, aldus Visser.
De kunstenaar legt zijn tijd vast op een eigen manier. Toen het Stedelijk Museum ruim dertig jaar geleden voor het eerst het werk van Jeff Wall tentoonstelde, werd zijn manier van werken als zeer vernieuwend gezien. ‘Ik herinner me dat deze tentoonstelling zorgde voor een enorme schok. De jaren tachtig was in Nederland de periode van de geënsceneerde fotografie, maar die richtte zich op een werkelijkheid die niets met de klassieke fotografische werkelijkheid te maken had. Het bijzondere van Wall was, dat hij hele gewone, echte, documentaire beelden maakte, die tegelijkertijd het idee gaven: dit is niet helemaal echt’, legt Visser uit. Van den Boogerd: ‘Hij werkte een beetje als een monteur, zou je kunnen zeggen. Hij maakte verschillende foto’s die hij dan op de computer tot één geheel maakte. Tegenwoordig Photoshopt iedereen, maar toen was het een vernieuwing in de kunst.’
Ook in zijn presentatie van zijn werk deed hij halverwege de jaren negentig iets nieuws. Wall maakte gebruik van lichtbakken om zijn kunst in tentoon te stellen: ‘Het lijkt erg veel op van die reclameborden die je ook altijd bij de bushalte ziet’, vertelt Van den Boogerd.’ Zijn foto’s heeft hij op diafilm gezet en in van die kasten geplaatst. De bakken zijn van binnenuit verlicht met Tl-buizen en dat geeft de foto’s een soort doorschijnende, lichtgevende kwaliteit. Deze presentatie, waarbij hij contact zocht met de hedendaagse visuele cultuur – zoals advertenties, cinema en reclame – was nog niet eerder gebruikt’.
Voor iedereen die nieuwsgierig is naar het werk van Wall, opent het Stedelijk Museum in Amsterdam in maart 2014 een overzichtstentoonstelling van het werk van de Canadese fotograaf. Het vindt plaats in het hart van het museum, in de oude erezaal en in een aantal zalen daar omheen. Parallel aan de tentoonstelling is er een filmprogramma van voornamelijk Italiaanse- en latere neorealistische films die Jeff Wall inspireerden.