In ‘Putten op de Veluwe’ is Jan Roelands in gesprek met twee overlevenden van Ladelund, een voormalig concentratiekamp in de buurt van de grens tussen Duitsland en Denemarken.
Bij een razzia in Putten, die een reactie was op een lokale verzetsactie, werd het grootste deel van de mannelijke bevolking opgepakt. Slechts 48 van de 659 weggevoerde mannen keerden terug. Aan het woord zijn de overlevenden psychiater Andries van Dantzig en journalist Hendrik J. Idema. Zij wijten het grote aantal doden onder de Puttenaren voor een groot deel aan hun instelling.
Van Dantzig beschrijft de redenen waarom de Puttense mannen in grote getalen overleden in het kamp. Volgens hem verwaarloosden de mannen zichzelf, wilden ze de realiteit van het kamp niet accepteren en konden ze het niet verkroppen dat ze onschuldig waren opgepakt bij de razzia van oktober 1944.