Walter zegt: “You, humans think that we puppets don’t have private lives, that we never argue and most of all, that we are outdated, because we’re not digital”.
De eerste volledig computergeanimeerde film kwam uit in 1995: Toy Story (John Lasseter), volgens filmacademici Thomas Elsaesser en Malte Hagener een cruciaal punt in de filmgeschiedenis. In deze film begint de strijd tussen de oude technieken van cowboy Woody, tegen de nieuwe technieken van astronaut Buzz Lightyear, een strijd waar Walter nu ook naar verwijst.
Niet alle populaire animatie wordt met de computer geanimeerd, zoals de claymation films van Aardman over het duo Wallace and Gromit en Chicken Run (Peter Lord, Nick Park, 2000) of de films van Hayao Miyazaki die nog steeds grotendeels met de hand getekend worden.
Why do I feel so alone?
Een interpretatie van tweede Schermredacteur en Amsterdam University College-student Zowi Vermeire:
Als eerste komt er een stoel aanvliegen en al snel volgen er meer objecten. Zo vliegt er een kraanvogel, symbool voor de kunsten in Azië en daarnaast een geluksbrenger in onder andere Japan. Een origamikraanvogel ontstaat uit het 2D vlak van een vouwblaadje, en wordt 3D door de maker/vouwer. Een verwijzing naar Walter, die zonder zijn maker niets zou zijn.
Een auto, teken van de ontwikkeling van de techniek van de computeranimatie, rijdt voorbij. Een handje komt van rechts aangelopen, verwijzend naar de mal die Walter eerder in het filmpje vond. Dit doet denken aan de maakbaarheid van Walter en tegelijkertijd aan de mogelijkheid dat er zo nog een Walter kan worden gemaakt.
Een lachende 2D wolk hangt boven Walters hoofd, wat verwijst naar getekende 2D animatie. Dobbelstenen rollen uit een luciferdoosje. Deze kunnen staan voor het toeval, of het lot.
Het lot van Walter is besloten, hij zal altijd een geanimeerde pop zijn in de handen van zijn maker... Of heeft hij toch de mogelijkheid zijn eigen dobbelstenen te gooien? De dobbelstenen komen namelijk uit het luciferdoosje, wat mogelijk refereert aan Walters rookverslaving - die hem aan de ene kant menselijk maakt, en aan de andere kant juist niet: want kan een pop écht ziek worden van een sigaret?
Uiteindelijk landt de origamikraanvogel in zijn hand. Walter zal in ieder geval altijd een product van de kunsten zijn.