Eliot's laatste epische gedicht 'Four Quartets' (1943) bestaat uit vier gedichten: 'Burnt Norton' (1935) , 'East Coker' (1940) 'The Dry Salvages' (1941) en 'Little Gidding' (1942). Eliot leest hier voor uit het tweede deel van het vierde kwartet. De Nederlandse vertaling:
Duikend breekt de duif de lucht
Een vlam van gloeiende terreur
Haar tongen brengen vrijspraak mee
Van dwaling en van zonde
De enige hoop en zoniet wanhoop
Ligt in de keuze van welk vuur
Door vuur verlost van vuur
Wie toch beraamde dit torment? Liefde
Liefde is de ongewone Naam
Achter de handen die weefden
Het ondragelijke kleed van vuur
Dat door geen mens kan worden uitgedaan
We leven maar, we zuchten maar
Verteerd door vuur of vuur
(Vertaling: Herman Servotte)
Elk gedicht correspondeert met een van de vier elementen en is genoemd naar een plaats (Eliot's as is begraven op de begraafplaats van East Coker: het plaatsje heeft daarom bij UNESCO de werelderfgoedstatus aangevraagd).
Four Quartets eindigt op positieve toon: "All is well and all manner of things shall be well, when the tongues of the flame are in-folded into the crowned knot of fire and the fire and the rose are one." 'Maar voordat Eliot zelf op deze optimistische toon kan eindigen, heeft hij de lezer meegenomen langs de diepten van zelfbedrog, falen, wanhoop en bodemloze zinloosheid. [...] Het is de grootse prestatie van Eliot dat hij de paradox van het bestaan waarin goed en kwaad, geluk en lijden, dood en leven verweven blijken te zijn, volledig laat staan en tegelijk overstijgt,' schrijft theologe Marianne Vonkeman (Trouw, 10 april 2004).
T.S. Eliot
Thomas Stearns Eliot (1888-1965) was niet alleen een invloedrijke modernistische dichter, maar ook literatuurcriticus en veertig jaar lang werkzaam bij Faber & Faber, uitgever van onder andere James Joyce, W.H. Auden en Ezra Pound. Eliot, geboren in Amerika maar later genaturaliseerd tot Engelsman, werd in in 1948 bekroond met de Nobelprijs voor Literatuur "for his outstanding, pioneer contribution to present-day poetry".
Naast 'Four Quartets schreef hij nog een episch gedicht: 'The Wasteland' (1922). Eliot schreef het in de jaren na de Eerste Wereldoorlog, die veel sociale en politieke veranderingen teweeg had gebracht: een verklaring voor de chaos en het gebrek aan coherentie in het experimentele gedicht. Eliot, in die tijd bankmedewerker in een tijd van grote economische instabiliteit, beschrijft plekken in Londen's financiële disctrict: 'It is about the financial district has become a wasteland: so it has a very peculiar urgency for our time!' zegt de Britse literatuurprofessor Lawrence Rainey.
The Wasteland barst net als Four Quartets van de literaire en historische verwijzingen (naar Shakespeare, Baudelaire, oude mythes, Wagner). Eliot schrijft zelf over 'a heap of broken images', precies waar het gedicht deels uit is opgebouwd: half herinnerde stukjes van de literatuurhistorie.
(Bron: literatuurprofessoren Steve Connor, Lawrence Rainey en Fran Brearton in de BBC radio-uitzending 'The Wasteland and modernity'.)