Francis Bacon (1909-1992, niet te verwarren met de filosoof en 'vader van het empirisme' Francis Bacon (1561-1626), die overigens wel een verre voorvader was van de kunstenaar) had als tiener slechts de ambitie 'niets doen'. In zijn jonge jaren trok hij door de Europese hoofdsteden. In 1928 in Berlijn maakte hij de laatste jaren van de Weimarrepubliek mee. In Parijs zag hij voor het eerst werk van Picasso, een kunstenaar die hij enorm ging bewonderen. In zijn vroege jaren deed hij dan ook vaak zijn stijl na. Naast Picasso was Bacon ook een bewonderaar van Giacometti, Van Gogh en Cezanne. Hij bewonderde eveneens de oude Grieken.
In 1930 trok Bacon terug naar Londen. Hoewel het zijn thuisbasis werd, was hij nog vaak in de rest van Europa te vinden. Zo spendeerde hij geregeld tijd in Monte Carlo waar hij zijn passie voor gokken kon botvieren. In zijn dertiger jaren begon hij met het ontwerpen en maken van meubels en vloerkleden. In deze tijd startte hij ook met schilderen en had hij zijn eerste kleine succes met een publicatie in een boek in 1933. Een expositie met zijn werk een jaar later flopte.
De exposities die hij in 1945 en 1946 in de Lefevre Gallerie had, zetten Bacon neer als een individualistisch, autoritair en berucht schilder. Eveneens indiceren ze een stijl die steeds zou blijven terugkeren in Bacons schilderkunst: een combinatie van fotografische elementen met vormen die doen denken aan Picasso. ‘Drinkbuddy’ Daniel Farson zei over Bacons stijl: 'Hij heeft een stempel gedrukt op onze tijd door de pijn van de 20ste eeuw in verf vast te leggen.' (1992)
Bron: Tim Hilton. 'Genius Formed in the Blackness of the Blitz; Orbituary: Francis Bacon'. The Guardian. 1992. p. 38.
Zijn schilderijen en meer informatie over Francis Bacon zijn te vinden op deze website van de Hugh Lane Gallery in Dublin.
De ongeautoriseerde biografie: The Gilded Gutter Life of Francis Bacon
Deze biografie van Daniel Farson doet een boekje open over het leven van Francis Bacon. Naast dat Francis Bacon en Daniel Farson drinkbroeders waren, deelden ze een voorliefde voor jonge mannen. Farson stond voor een biograaf ideaal dichtbij zijn onderwerp. Hoewel Bacon meerdere keren beloofd had mee te werken aan de biografie, kwam hij die belofte niet na. Naar eigen zeggen zou pas na zijn dood zijn vergulde leven in de goot verteld kunnen worden.
Bacon schaamde zich echter niet voor zijn leven. De maatschappij schokken met zijn decadentie en losbandigheid schonk hem veel plezier. Ook maakt hij van zijn liefde voor mannen, in een tijd dat dit nog strafbaar was met een gevangenisstraf, geen geheim. Toen voormalig minister-president Margaret Thatcher van de directeur van London’s Tate Gallery hoorde dat Bacon een van de meest gewaardeerde kunstenaars van het land was, reageerde ze in afschuw: ‘Niet die ellendige man die die monsterlijke plaatjes schildert!’
Farson beargumenteert in de biografie dat hoewel Bacon niet formeel opgeleid was als schilder, hij wel voortdurend in zijn leven werkte aan zijn ultieme doel. Dit doel was in Bacons woorden: ‘om de menselijke schreeuw vast te leggen … de totale verstilling van pijn en wanhoop.’
Bron: Deirdre Kelly. “Francis Bacon recorded ‘the human cry’”. The Toronto Star. 1993. p. 12.
Adriaan van Dis over Francis Bacon
Het Gemeentemuseum Den Haag had een aantal schrijvers, onder wie Adriaan van Dis, gevraagd een column te schrijven voor de catalogus over de tentoonstelling XXste Eeuw. Van Dis schreef over Francis Bacon. Hij vond zijn persoonlijke ervaring, waarin hij door zijn reizen door Afrika zijn angst voor het afwijkende lichaam kon overwinnen, terug in de schilderijen van Bacon.
‘Mond neus en ogen veegt hij weg om in de verminking de kern van een gezicht te zoeken. (…) Een goor universum legt Bacon vast, maar ik ken geen mooier werk. Hij portretteert de beschadigde mens. De kwetsbare mens.(…) Zie hoe menselijk het monster is. Het heeft ons iets te zeggen. Luister…’
Bron: Catalogus XXste Eeuw Gemeente Museum Den Haag.
The South Bank Show
Gastheer Melvyn Bragg, bekend van zijn werk voor de BBC, verkent in The South Bank Show het werk van vele kunstenaars in disciplines die variëren van theater, tot dans, tot opera en popmuziek. The South Bank Show bestaat al 33 jaar en wordt in meer dan 60 landen bekeken en is daarmee een van de populairste televisieprogramma’s over kunst. Na een korte stop in 2010 is het programma onlangs weer van start gegaan.