Tweede Scherm
Lees hieronder de extra informatie over het fragment die tijdens de uitzending te zien was op het tweede scherm.
Villa Noailles
Het adellijke koppel Charles en Marie-Laure de Noailles vroeg architecten Mies van der Rohe en Le Corbusier om hun villa in het Zuid-Franse Hyères te ontwerpen, maar koos uiteindelijk voor het ontwerp van Robert Mallet-Stevens (1886-1945).
'Dat was toen nog niet zo’n bekende architect, maar had al de decors ontworpen voor een toen spraakmakende film L’ Inhumaine van Marcel l’Herbier', vertelt filmmaker en architect Jord den Hollander. 'De villa is ook echt als 'filmisch' huis gemaakt. De tuin heeft een grote muur met gaten erin, die precies het formaat hebben van de toenmalige 35 mm. film [zie fotoserie, red.]. Vanuit de tuin zie je het uitzicht dus steeds in een filmisch kader.' Lees het hele interview met Jord den Hollander op onze website.
Landschapsarchitect Gabriël Guévrékian ontwierp de kubistische tuin, waarin beeldhouwwerken staan van Lipchitz, Brancusi and Giacometti. De villa was vanaf 1925 het buitenhuis van de Noailles, liefhebbers en verzamelaars van (moderne) kunst. Zij ontvingen daar geregeld kunstenaars van wie zij werk financierden. Onder de vaste gasten waren Picasso, Dalí, filmmaker Luis de Buñuel, Man Ray, maar ook de Nederlandse kunstenaars Theo van Doesburg, architect Sybold van Ravesteyn en Mondriaan kwamen er.
Tegenwoordig is de villa een cultureel centrum dat architectuur, mode, beeldende kunst en film bij elkaar brengt. Tot 30 september 2012 is in Villa Noailles nog Design Parade 7 te zien, waar ook zeven objecten geselecteerd door Lidewij Edelkoort te zien zijn.
Les Mysterères du Château du Dé
Hij maakte de film in 1929 samen met zijn assistent, de Franse fotograaf Jacques-André Boiffard (1902-1961). Twee reizigers (Man Ray en Jacques-André Boiffard) vertrekken uit Parijs. Na een lange reis komen ze aan bij een modern kasteel, waarvan zij het mysterie willen doorgronden. Ze ontmoeten er mensen met vreemde gebruiken.
De volledige cast bestond uit: Alice de Montgomery, Eveline Orlowska, Bernard Deshoulières, Charles de Noailles, Marie-Laure de Noailles, Marcel Raval, Lily Pastré, Etienne de Beaumont, Mr and Mrs Hendri d’Ursel, Jacques-André Boiffard en Man Ray.
Wie wie is, is moeilijk te zeggen omdat alle personages gemaskeerd zijn: 'In de maskers die de personages dragen zie ik een verwijzing naar de moraliteit van die periode. Mensen zeiden het één en deden het ander. In die zin wilden ze hun gezicht niet laten zien. En in de film is sprake van fantômes, spoken uit het verleden: mensen zonder gezicht dus,' vertelt filmmaker en architect Jord den Hollander.
De film was oorpronkelijk geluidloos, maar in de jaren '40 voegde Man Ray er zelf muziek aan toe. De volledige ‘soundtrack’ bestaat uit: Erik Satie’s Gymnopédie no1 & no2, uitgevoerd door Léopold Stokowski, Samba Tembo van en door Thurston Knudson, Augie Goupil; Batucada de Don Alfonso, uitgevoerd door José Morand; Swinga-Dilla Street van Razaf Johnson-Silvern uitgevoerd door Fats Waller, Shu-Shu van Almeida & De Souza, uitgevoerd door José Morand.
Bekijk Les Mystères du Château du Dé (en meer films van Man Ray) hier online.
Dobbelen: 'Un coup de dés jamais n'abolira le hasard'
De bewoners van de villa spelen met dobbelstenen. Dobbelstenen zijn een terugkerend thema: de twee reizigers die aan het begin van de film van Parijs naar de Villa Noailles in Zuid-Frankrijk rijden dobbelden ook, ze lieten het van de uitkomst afhangen of ze zouden vertrekken.
Man Ray kwam op het idee voor het dobbelsteen-thema toen De Noailles hem een foto van de villa gaf: ‘De kubistische vormen van het kasteel deden me denken aan een gedicht van Mallarmé: Een worp van dobbelstenen zal nooit het toeval verijdelen.’ Dit zou het thema worden van de film, en de titel: Het mysterie van het kasteel van de dobbelstenen.’ (Bron: Man Ray, Self Portrait, p. 226).
Bekijk het gedicht van Mallarmé en een Engelse vertaling hier.
Man Ray
De fotograaf en filmmaker Man Ray (1890-1976) werd in Philadelphia geboren als Emmanuel Radnitzky. In 1921 verhuisde hij naar Parijs waar hij begon met fotograferen en in kringen van surrealistische en dadaïstische kunstenaars verkeerde. Met zijn filmwerk behoorde hij tot de voorhoede van de avant-garde cinema.
Toch is zijn filmwerk vrij onbekend gebleven en werd ook in zijn eigen tijd niet met open armen ontvangen: ‘Wanneer een vooruitstrevend cineast eens doorholt, begint het behoudende gedeelte snerpend te fluiten. Daar komt dan oppositie tegen, maar het "gezonde verstand" zegeviert. Ten koste van belangwekkende experimenten gelijk Man Ray's film der Geheimen van het kasteel van den Dobbelsteen.' Schreef de Nieuwe Rotterdamsche Courant in 1929.
Ray verklaarde zichzelf ‘directeur de mauvais movies’ (‘regisseur van slechte films’). Zijn films waren niet bedoeld voor de entertainment industrie, waar Man Ray wars van was, maar als uitingen van spontane creativiteit, schrijft Jean-Michel Bouhours in de bijbehorende tekst bij de DVD met films van Man Ray (een uitgave van Centre Pompidou, 2007).
Man Ray vergaarde de meeste roem door zijn fotografie. Een selectie van zijn werk is bijeengebracht in en is online te vinden in de Man Ray Digital Photo Library. Meer lezen over zijn films? Man Ray, directeur du mauvais movies, van Jean-Michel Bouhours en Patrick de Haas bevat veel exclusief materiaal, zoals scripts en Man Ray’s complete correspondentie met de graaf van Noailles over Les Mystères du Château du Dés.
Man Ray’s nalatenschap wordt beheerd door de Man Ray Trust, opgericht door zijn vrouw Juliet.