Marlene Dietrich houdt de touwtjes strak in handen en is heel strict in wat ze wel en niet over zichzelf wil vertellen: ze verwijst vaak naar de vele boeken die over haar geschreven zijn, zegt dat iets haar niet interesseert of weigert gewoonweg te antwoorden omdat het 'niet in het contract staat'. Wanneer Schell haar te sentimenteel wordt en teveel in het verleden graaft benadrukt ze dat zij een ‘praktisch mens’ is (en dus niet over gevoelens hoeft te praten). Ze vertelt dat ze nooit oude films terugziet, maar Schell toont haar fragmenten en dan kijkt ze kritisch naar zichzelf en naar de regisseurs met wie ze werkte, wat interessante gesprekken over de films oplevert.
In het fragment vraagt Schell haar naar de stomme films die ze maakte voor Der Blaue Engel (1930) van Josef Sternberg, de eerste Duitse geluidsfilm, die ze zelf als het begin van haar carrière aanmerkt. En ze verwijst natuurlijk naar de afspraken in het contract over de film. Een mooi kat-en-muisspel tussen interviewer en geïnterviewde.