Naema Tahir (Slough, Groot-Brittannië, 1970) werd geboren in Groot-Brittannië, waar haar Pakistaanse ouders in de jaren zestig naartoe waren verhuisd. Toen ze bijna tien was verhuisde het gezin naar Etten-Leur in Nederland. Met nog een onderbreking van twee jaar waarin haar moeder met de kinderen in Pakistan woonde, groeide Naema Tahir op in Etten-Leur.
Na haar studie rechten in Leiden werkte Tahir als jurist op de ministeries van Buitenlandse Zaken, Justitie, en Economische Zaken (1993-2003). In 2000 verbleef ze als rechtshulpverlener voor de VN vluchtelingenorganisatie UNHCR in Lagos, Nigeria. Vanaf 2003 werkte ze als mensenrechtenjurist voor de Raad van Europa in Straatsburg.
In 2005 debuteerde Tahir met de essaybundel Een moslima ontsluiert. Het boek is opgedeeld in twee delen. In het eerste deel beschrijft ze hoe ze in een migrantengezin opgroeide in Groot-Brittannië, Nederland en Pakistan, het tweede deel is een bundeling van gedeeltelijk eerder verschenen essays. In 2006 volgde het vanwege de expliciete erotische verhalen opzienbarende Kostbaar bezit (2006). Hierin schetst ze de lotgevallen van drie vrouwen (allemaal verbonden met Nederland) in Lahore. In Kostbaar bezit wilde ze onder meer laten zien dat vrouwen die ondergeschikt zijn aan de mannen in hun omgeving zich op seksueel vlak macht kunnen toe-eigenen. Begin 2008 verscheen haar tweede roman Eenzaam heden, over de ontworteldheid van de migrantendochter Dina en in het najaar volgt haar sprookjesboek Groenkapje en de bekeerde wolf.
Naema Tahir mengt zich regelmatig in het publieke debat over de Islam en de multiculturele samenleving in Nederland. Haar opiniestukken verschijnen onder meer in de Volkskrant, NRC Handelsblad en tot voor kort in Opinio.
(Foto: Viviane Sassen)