Tijs Goldschmidt (1953) groeit op in Amsterdam, gaat er naar het gymnasium en start daar zijn studie biologie. Tijdens zijn studie verruilt hij de Amsterdamse Universiteit voor die van Leiden, om opgeleid te worden door leerlingen van de Nobelprijswinnaar Niko Tinbergen. Goldschmidt slaagt zowel voor zijn kandidaats- als voor zijn doctoraalexamen cum laude.
Na zijn studie verblijft evolutiebioloog Goldschmidt vijf jaar in Tanzania om in het Victoriameer "furu" te bestuderen. "Furu" zijn kleine baarsachtige vissen, cichliden, die razendsnel opsplitsen in nieuwe soorten en daardoor de droom zijn van elke darwinist. Hij schrijft hier een dissertatie over en publiceert vele artikelen in nationale en internationale tijdschriften.
In 1993 geeft Tijs Goldschmidt zijn baan als bioloog aan de Universiteit van Leiden op om zich op het schrijven te gaan richten. In 1994 krijgt hij als schrijver nationale bekendheid met zijn boek Darwins Hofvijver, een spannend ooggetuigenverslag van zijn onderzoekstijd aan het Victoriameer. Het boek wordt in 1995 genomineerd voor de AKO-Literatuurprijs en krijgt in datzelfde jaar de Kijk/Wetenschapsprijs. Ook in het buitenland is het boek een groot succes. In 2000 verschijnt van zijn hand de essaybundel Oversprongen, een koppeling tussen kunst en wetenschap met persoonlijke, vaak tegendraadse observaties. In 2001 ontvangt Goldschmidt voor Oversprongen de Jan Hanlo Essayprijs.
Er verschijnen meerdere artikelen van zijn hand over kunst. In 2003 houdt hij de eerste Stephen Gould lezing met als titel De andere linkerkant/ Links en rechts in de evolutie.
(Foto: Merlijn Doomernik)