Kousbroek werd geboren in Nederlands-Indië en verbleef tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn ouders in een Jappenkamp. Zijn herinneringen hieraan schreef hij op in het in 1992 uitgekomen Het Oostindisch Kampsyndroom. In 1946 verhuisde Kousbroek naar Amsterdam. Daar ontmoette hij Remco Campert met wie hij in 1950 het literaire tijdschrift Braak oprichtte, waarin zij beiden debuteerden. Kousbroek studeerde wis- en natuurkunde, maar onderbrak deze studies en vertrok naar Parijs. Hier trouwde hij met schrijfster Ethel Portnoy en werkte onder andere als correspondent voor Vrij Nederland en Algemeen Dagblad.
In zijn leven publiceerde Kousbroek een roman en poëzie, maar vooral essays; honderden essays schrijf hij. Dit leverde hem in 1975 de P.C. Hooftprijs op en een eredoctoraat aan de Universiteit van Groningen. In de laatste jaren van zijn leven maakte hij de fotosynthesereeks; opgespoorde foto’s die door Kousbroek werden voorzien van een verhaal. Dieren waren belangrijk voor Kousbroek. Zo was hij lijstduwer voor de Partij voor de Dieren tijdens de Europese Parlementsverkiezingen van 2004 en Tweede Kamerverkiezingen van 2006. Ook schreef hij regelmatig over dieren, waarvan een aantal stukken in 2009 gebundeld werden onder de titel Medereizigers. Over de liefde tussen mensen en dieren. Rudy Kousbroek overleed in 2010.
(Foto: Harry Meijer)