Anil Ramdas werd in 1958 in Suriname geboren, in een orthodox-hindoestaanse gemeenschap. Hier bleef hij wonen tot 1977, toen hij naar Nederland migreerde om sociale geografie te studeren in Amsterdam. In 1986 studeerde hij cum laude af. Zijn journalistieke carrière begon hij als redacteur bij de Groene Amsterdammer in 1989. Voor dit blad ontwikkelde hij samen met journalist Stephan Sanders een nieuwe vorm van essayistiek waarbij journalistiek, wetenschappelijke observaties en persoonlijke verhalen werden gecombineerd.
Later werkte hij onder andere als columnist voor NRC Handelsblad en als programmamaker voor de VPRO. Voor deze omroep maakte hij in 1994 het programma In Mijn Vaders Huis; waarvoor hij westerse en niet- westerse denkers als Stuart Hall, Arjun Appadurai en Edward Said interviewde over de botsing van culturen en de rol van de wetenschap en de media daarin. Dit sloot aan bij de thema’s in het werk van Ramdas, die kritisch tegenover de (blanke) Westerse cultuur en samenleving stond en het altijd bleef bekijken vanuit het oogpunt van een outsider. Met Stephan Sanders werkte hij opnieuw samen voor het mediaprogramma Het Blauwe Licht dat zij tussen 1997 en 2000 maakten voor de VPRO. In 2011 verscheen Badal, het romandebuut van Ramdas. In dit boek kijkt de hoofdpersoon Badal terug op zijn leven als gevierd essayist en journalist, dat grote parallen vertoont met het leven van de auteur zelf.
In de Zomergasten-uitzending van 21 juni 1992 vertoonde Ramdas onder andere de openingsscéne van Apocalypse Now en kwam de helikopter als metafoor voor het westen ter sprake. Enerzijds is de helikopter een geweldige vernietigingsinstrument; ‘Che Guevara kon alleen gedood worden omdat de helikopter bestond’. Maar anderzijds kan het goede dingen brengen, zoals redding en voedselpakketten. Deze ambivalentie van het westen stond centraal in het werk van Ramdas en in de uitzending van Zomergasten.
Tot zijn dood in 2012 maakte Ramdas het programma Z.O.Z dat door de VPRO en MTNL werd gemaakt. Hierin sprak hij met tweedegeneratieallochtonen over de problemen die zij ervaren.
(Foto: Willem Diepraam)