In 1927 wordt Henk Hofland geboren in Rotterdam. Zijn jeugd speelt zich af op de puinhopen van de stad. Op 12-jarige leeftijd maakt hij tijdens de Tweede Oorlog van dichtbij de bombardementen mee. Oorlog en oorlogservaringen spelen altijd een belangrijke rol in Hofland's latere werk. Later gaat hij studeren op Nijenrode. In 1953 gaat hij bij de buitenlandredactie van het Algmeen Handelsblad en krijgt na enige tijd de leiding over het zaterdagse supplement. Tijdens de jaren '60 bloeit de carrière van Hofland op. Hij bekritiseert het zuilensysteem en blijft altijd kritisch op de elites. Hij schopt het tot hoofdredacteur van de krant. Hofland blijkt een beter journalist dan hoofdredacteur. In 1970 fuseert het Algemeen Handelsblad met de Nieuwe Rotterdamsche Courant, wat leidt tot het ontstaan van het NRC Handelsblad.
In 1972 komt een van Hofland's meest geprezen werken uit: Tegels lichten of Ware verhalen over de Autoriteiten in het Land van de Voldongen Feiten. In het boek worden onderwerpen zoals de verwerking van de oorlog, de politionele acties en de naoorlogse geschiedenis besproken. Hij werpt licht op de zaken die in achterafkamertjes en wandelgangen worden besproken.
De carrière van Hofland komt in een dieptepunt in 1973. Als zijn collega en studiegenoot Willem Oltmans hem verdenkt van het verspreiden van foto's van een feestje van Oltmans waarbij ook Russische diplomaten aanwezig waren. Ten tijde van de de Koude Oorlog is dit natuurlijk een gevoelig onderwerp. Hij wordt gedegradeerd tot TV recensent bij het NRC Handelsblad.
Henk Hofland gaat als freelancer verder en ontwikkelt zichzelf tot een gerespecteerd politiek commentator, publicist en collumnist. Hij besteedt vooral aandacht aan de Verenigde Staten, waarbij hij New York als zijn tweede stad beschouwd. Hij bezoekt ook meerdere malen de Oostbloklanden en doet verslag van wat hij aan ontwikkelingen ziet. Hij schrijft minstens drie columns per week. In 1975 schrijft hij onder zijn alter ego S. Montag in NRC Handelsblad. Hij schrijft niet over de politieke situaties in de wereld, maar probeert het vanzelfsprekende van het dagelijks leven te doorgronden. Toch blijft hij vooral schrijven over de wereldpolitiek.
In 1990 komt Hofland's bekendste roman uit De Alibicentrale. In dit boek komt een jongeman op het idee een alibicentrale op te richten. Dit is een bureau dat alibi's verkoopt, zodat de klant op twee plaatsen tegelijkertijd kan zijn.
In 1996 wint Hofland de Gouden Ganzeveer. In 1999 wordt hij door vakgenoten uitgeroepen tot 'ournalist van de Eeuw en in 2000 ontvangt hij een eredoctoraat van de Universiteit van Maastricht. Op 16 mei 2011 wint hij de P.C. Hooftprijs voor zijn essayistische werk.
Peter van Ingen vertelt in Zomergasten dat er "vanavond (...) beelden te zien zijn van geweld, passie, Rusland en Amerika, oorlog en alcohol". De fragmenten die Henk Hofland laat zien betrefen de USSR, Gorbatjov, de politieke situatie in China, WO I en II, kraakacties en meer.