In de VPRO-reisserie Via Genua leidt Ilja Leonard Pfeijffer ons rond door de Italiaanse havenstad Genua. Hij spreekt inwoners over hun veranderende stad, en gaat op zoek naar verhalen over migratie.

Longread

Lees, luister en bekijk hieronder de longread. Let op: audio speelt automatisch af!

Ilja Leonard Pfeijffer staat voor het eerst stil in de Genovese straat, de Via di Prè, het onderzoeksgebied van dit drieluik. Hij brengt in deze eerste aflevering de problemen in kaart. In de wijk wonen veel werkloze Afrikanen. Velen van hen hebben geen verblijfsvergunning. De criminaliteit lonkt in Prè. En dan komen er ook nog eens bijna dagelijks nieuwe veelal jongemannen uit West-Afrika de stad binnen, op zoek naar werk dat er niet echt lijkt te zijn.

De nieuwe politiebaas Sergia Bracco schroefde het aantal patrouilles in het centrum van Genua omhoog. De reden hiervoor waren klagende buurtbewoners en winkeliers, terreuraanvallen in andere Europese steden en diverse valse bommeldingen in de stad. In de stad zie je regelmatig leger- en politiepatrouilles lopen.

Barmhartigheid

Terwijl we filmen voor de nieuwe VPRO-reisserie Via Genua is in Genua het jaarlijkse Eucharistisch Congres bezig. Een congres over barmhartigheid, het tonen van mededogen voor mensen die het moeilijk hebben. Door de via San Lorenzo trekt een lange stoet bisschoppen en kardinalen uit alle hoeken van Italië. Italiaanse bisschoppen, maar ook een enkele Afrikaanse en Aziatische gelovige in katholiek gewaad. De Genovese gastheer en kardinaal Bagnasco gaat in rood habijt voorop, omringd door brede mannen van de veiligheidspolitie in burger met oortjes in. 

De bisschoppen, kardinalen en volgelingen zingen zachtjes. Nonnen met hoofddoeken buigen het hoofd en volgen de stoet die de trappen van de San Lorenzo-kathedraal beklimt en binnentreedt. Het publiek dat zich met duizenden heeft verzamelt op die piazza kijkt, luistert en applaudisseert langdurig.

Via Genua: beelden van het concilie, met de kardinaalsstoet door de menigte op het plein

Kardinaal Bagnasco is eerder die dag per reddingsboot van de Italiaanse reddingsbrigade de Porto Antico van Genua binnengevaren. Een bewuste keuze. De boot die hem aan land bracht is de de afgelopen maanden veelvuldig ingezet op de Middellandse Zee bij reddingsoperaties, waarbij honderden Afrikaanse migranten van een verdrinkingsdood werden gered. De kardinaal wilde met zijn aankomst per reddingsboot laten zien hoezeer de Katholieke kerk begaan is met het drama dat zich afspeelt voor de Italiaanse kust. Een steun in de rug voor de migranten én zij – veelal Italianen – die hen helpen.

Een dag eerder hebben wij vernomen dat een grote hal – de Fiera –  aan de rand van de stad is ontruimd. Deze hal bood veldbedden en warme dekens aan honderden vluchtelingen, vers van de boot gehaald in de zee tussen Libië en Italië. Vanwege dat congres hebben de vluchtelingen elders onderdak moeten vinden. Bij gebrek aan voldoende opvangplaatsen heeft de gemeente hen tijdelijk in hotels geplaatst in het centrum van de stad.

De klokken beginnen te luiden. Vanaf een klein balkonnetje op het mudvolle Piazza San Matteo kijkt Ilja neer op het katholieke schouwspel beneden zich. Ilja vertelt over een jongen die hij eerder die dag zag lopen. “Op zijn t-shirt stond: 'Het zal ons niet worden gevraagd of we gelovig zijn geweest, maar of we geloofwaardig zijn geweest.'”

Iedere dag komen in Genua nieuwe Afrikanen aan. Dit zijn op dit moment veelal jongemannen uit West-Afrika. Via Lampedusa en de opvangcentra op Sicilië worden zij verdeeld over de Italiaanse gemeentes. Genua heeft op dit moment ruim 3000 geregistreerde asielzoekers. De afgelopen maand december kwamen er dagelijks tientallen bij. In het winterseizoen zijn er minder aankomsten op de Zuid-Italiaanse kusten maar de vooruitzichten zijn dat 2017 ook weer een recordjaar gaat worden.

De minderjarige Kumuna vertrok uit Gambia, een klein land met amper twee miljoen inwoners, waar bijna de helft van de inwoners jonger dan 15 jaar oud is. Gambia is hofleverancier als het gaat om jongemannen die de overtocht over de Middelandse Zee als serieuze optie zien op een beter leven. De kansen op een normaal leven in Gambia zijn er zo laag dat een groot gedeelte van de jongemannen de zogeheten 'Backway' waagt.

Tijdens de reis begon de boot waarop Kumuna zat met 130 anderen water te maken. Gelukkig voor Kumuna redde de Italiaanse kustwacht de boot, in een jaar dat op de Middellandse Zee ruim 5000 mensen om het leven kwamen, een recordjaar.  

Ilja ontmoet Kumuna voor het Hotel Doria een van hen. Hij is pas sinds een paar dagen in Italië. Hij verblijft samen met zijn landgenoten in het centraal gelegen Hotel Doria. Daar werd hij rechtstreeks vanuit Sicilië naartoe gebracht, omdat eerdergenoemde hal – de Fiera – ontruimd is vanwege het Eucharistisch Congres. Hij vertelt onderkoeld over de reis en de route die hij aflegde vanaf Gambia tot aan de Italiaanse kust. 

Ons werkterrein is de Via di Prè, een smalle lange straat die het historisch centrum van Genua doorsnijdt en later overgaat in de door de Genovese protestzanger prachtig bezongen Via del Campo.

In deze ader is te zien hoe Italië de afgelopen decennia op de vleugels van migratie is veranderd. Waar ooit Italianen hun salami's, kazen en groente- en fruit verhandelden zitten nu Senegalese visrestaurants, Nigeriaanse kappers en Marokkaanse kebabzaken. Tijdens de nachtelijke uren zijn de Italianen in dit gedeelte van de stad op één hand te tellen.

Aan het einde van de Via di Prè staat een van de overgebleven Italianen van het eerste uur, Nino. Hij heeft al vijftig jaar van de gemeente een vergunning om precies op deze straathoek zijn ambulante handeltje in horloges en zonnebrillen te runnen. Hij ijsbeert wat rond voor z'n tafel. Veel klandizie heeft hij niet. De veelal Afrikaanse bevolking van de Via di Prè koopt haar spullen liever bij de Chinezen die overal in de straat goedkope krappe opslagplaatsen hebben boordevol made-in-china-mode.

Nino is een straathandelaar die geboren werd in Napels. De Napolitanen waren de eerste niet Genovese bewoners van deze roemruchte straat. Zij kwamen aan in Genua in de naoorlogse jaren om veelal in de toen nog welig tierende industrie van Genua te gaan werken. Industrie die nu op z'n gat ligt. Volgens Nino: “Het is niet zo dat die mensen nu niet mogen komen. Wie ben ik om dat te bepalen. Ik kwam zelf ook uit Napels hierheen. Maar het probleem is dat er hier voor niemand werk meer is.” Volgens Nino zijn het allemaal drugsdealers geworden.

Foto's van de jonge Nino

Onderwereld

Voor jongens als de Gambiaanse asielzoeker Kumuna moet voor de lange termijn onderdak gevonden worden. De verschillende organisaties die zich bezighouden met de opvang van vluchtelingen huren veelal goedkope woning in het historisch centrum van de stad. Veel van hen komen in Via di Prè en nabijgelegen buurten als Getto en Maddalena terecht. Buurten met veel leegstand en slecht onderhouden gebouwen.

Ilja Leonard Pfeijffer gaat langs bij Mamadou Bousso in zijn kantoor aan de Via di Prè. Bousso probeert mensen - veelal mensen met hun wortels elders - te wijzen op hun rechten en plichten in het woud der Italiaanse bureaucratie.

De Via di Prè heeft de naam een criminele straat te zijn. Daar weet de Senegalees Mamadou Bousso alles van. Hij is president van de Unie van Senegalese Immiganten in Genua en al bijna twintig jaar in de stad woonachtig. Hele dagen is hij op zijn kantoortje bezig zijn landgenoten op hun rechten en plichten te wijzen.

Ilja ontmoet hem in zijn kantoor in de Via di Prè. Hij is toevallig in gesprek met een landgenoot wiens verblijfsvergunning afloopt. Als de man geen legale baan vindt dan loopt hij het risico in de illegaliteit te belanden. Omdat Italië, of in ieder geval de Genovese autoriteiten, geen adequaat uitzetbeleid voeren, zal hij zich dan moeten voegen bij de statuslozen in de stad.

Mamadou, zelf al bijna twintig jaar in de stad woonachtig, windt zich op over het systeem dat volgens hem van mensen illegalen maakt. “In Italië is de verblijfsvergunning gekoppeld aan een werkcontract. Wie na afloop van dat contract geen nieuwe werkgever vindt loopt risico in de illegaliteit te belanden. De stap naar de misdaad is daarna een kleine, daarvoor hoef je geen psycholoog te zijn om dat aan te voelen.”

Juist in de Via di Prè, weet Mamadou, doen Italianen ook goed zaken met deze statuslozen. Verhuur van veelal rommelige en krakkemikkige panden geschiedt per dag of per week. Deze statuslozen zijn een gemakkelijke prooi voor criminelen en ze zijn inzetbaar voor allerlei zwarte baantjes.

Abdelatif woont al 22 jaar in Genua, daarvan bracht hij er alles bij elkaar opgeteld 14 jaar van door in de Marassi-gevangenis. Wie meer dan één keer in de fout gaat wordt steeds strenger gestraft. Nu gaat het al een poosje goed, maar eenvoudig is het niet. 'Als je zulke dingen niet doet, hoe kun je dan leven, eten of slapen? Dit is ons leven, we zijn vreemdelingen zonder familie, we moeten onszelf zien te redden.'

Abdelatif kwam als tiener naar Genua en belandde in de kleine criminaliteit. Alle jaren bij elkaar opgeteld zat hij langer in de Genovese Marassi-gevangenis dan dat hij op straat was.

Er zijn ook positieve verhalen. Hoe moeilijk het ook is, sommige migranten is het gelukt het om in het labyrintische oude centrum van Genova iets voor elkaar te boksen. 

Neem de Marokkaan Fathi Ahmadouch – in Genua beter bekend als 'Patrik van het speelgoedwinkeltje'. Patrik verloor zijn arm bij een auto-ongeluk in Marokko, kon een fatsoenlijke arbeidsongeschiktheidsuitkering op z'n buik schrijven en zette koers naar Europa. Zijn vrouw en drie kinderen liet hij achter zich. Maandelijks stuurt hij geld op. Eens in de twee jaar brengt hij ze een bezoek. Hij belt ze dagelijks. Dat doet hem zichtbaar verdriet. Misschien komen ze op een dag naar Genua, maar nu nog niet. Eerst moeten de zaken beter lopen.

Via Genua: de Marokkaanse Patrik belt naar zijn familie

Patrik kent de verlokkingen rondom zijn winkeltje maar al te goed. Hoewel hij maar één arm heeft gaat hij niet overstag. Dealers in de buurt die bij hem even willen verstoppen voor de politie komen er niet in. 'Ik heb nog nooit drugs gedeald. Ik heb me altijd netjes gedragen. Ik wil geen zwart geld. Ik verdien mijn eigen legale geld en stuur dat naar mijn kinderen. Ik geloof dat je anders ongeluk over jezelf afroept. Ik wil geld dat met schone handen verdiend is. Want geld dat op een onjuiste manier is verdiend wreekt zich op een dag.  Op mij, op mijn leven, op dat van m'n vrouw en dat van m'n kinderen. Je wordt met gelijke munt terugbetaald. Vies geld is haram.'


Op het terrasje van Piazza della Posta Vecchia, niet ver van Patriks speelgoedwinkeltje mijmert Ilja over het lot van de vele mensen die hij heeft leren kennen tijdens de week die we nu aan het draaien zijn in Via di Prè. 'Ik ben heel erg begaan met het lot van die migranten. Ik vind het bijna ondenkbaar dat er mensen zouden bestaan die daar niet door worden geraakt. Het zijn zulke schrijnende menselijke verhalen. Dat ik me bijna niet kan voorstellen dat dat geen beroep doet op barmhartigheid.'

Auteur: Ralf Groothuizen

meer via genua