Silicon Valley zet wereldwijd de arbeidsmarkt op zijn kop. Met agressieve strategieën knagen online platformen als Uber en Deliveroo aan ons poldermodel en onze verzorgingsstaat. Zonder sollicitatiegesprek, pensioen, verzekeringen of baas. Alles wordt geregeld via de app op je mobieltje. Goedkoop en makkelijk voor aanbieder en consument. Lekker vrij en flexibel voor de werker. Die is geen kantoorslaaf, maar klikt gewoon even voor een klus. Laten we de klussers spartelen of bieden we ze vaste poldergrond?

De klik- en kluseconomie groeit snel. Een groot deel blijft in duister gehuld. Online platformen als Mechanical Turk van Amazon en het Duitse Clickwork.com zijn bij het grote publiek onbekend. Internetgiganten als Microsoft en Google plaatsen op deze platforms leertaken voor hun algoritmes. Miljoenen klikwerkers verdienen een grijpstuiver met het aanklikken van fotootjes of het beoordelen van filmpjes om kunstmatige intelligentie nóg slimmer te maken. De taken kunnen soms bizarre vormen aannemen. Het verdient een paar cent per klik maar je kan het thuis doen. Dus stelt het veel mensen in staat om met dit online platformwerk toch een habbekrats bij elkaar te klikken.

Hoe gaat Nederland om met de uitdagingen van de platformeconomie? De negatieve uitwassen zijn inmiddels bekend. Al het risico ligt bij de klussers. Chauffeurs rijden soms uren rond voor bijna nop als er geen klussen zijn. Een nieuwe Nederlandse internetgigant dient zich aan: Temper. Opgericht door online talent van het jaar Paul Eggink. Hij brengt klussers en werkgevers in de horeca bij elkaar via een online platform. Het bedrijf groeit explosief en inmiddels kennen veel horecabedrijven al een ‘Temperschil’. Is Paul Eggink een online ondernemer nieuwe stijl die in de beste traditie van de polder met iedereen het gesprek wil aangaan of is hij de disrupter in schaapskleren?