We zijn geneigd te denken dat het ‘moederinstinct’ een eigenschap is die elke moeder van nature heeft. Zij zou daarom de meest geschikte persoon zijn om voor het kind te zorgen. Maar die ideeën zijn misschien minder onschuldig dan ze lijken.
De eerste duizend dagen van ons leven zijn cruciaal voor onze ontwikkeling en belangrijk voor onze kansen in de maatschappij. Een maatschappij die deze nieuwe generaties nodig heeft om te blijven bestaan. Maar moeders dragen in onze samenleving een onrechtvaardig groot deel van de financiële, emotionele en praktische kosten van het grootbrengen van de volgende generatie. Ondertussen kijkt de samenleving voortdurend met een opgeheven vingertje mee of die moeders het wel goed doen. Hoe is dat zo gekomen, en is dat eigenlijk wel waar moeders, kinderen en maatschappij uiteindelijk gelukkig van worden?
De mythe van het moederschap komt voort uit ons geloof in tradities en biologie. Schrijfster Aminatta Forna stelt dat we iets al snel een traditie noemen, zelfs als het pas drie generaties teruggaat, zoals het idee van het kerngezin.