Een basisinkomen is een periodiek uitgekeerd en vrij besteedbaar bedrag voor iedere burger, dat voldoende is om volwaardig van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat en ongeacht het inkomen, vermogen of de samenstelling van het huishouden.
De meningen over de voor- en nadelen zijn verdeeld, net als over de ideale hoogte van een basisinkomen. Historicus Rutger Bregman zette vier jaar geleden het basisinkomen op de politieke agenda. Ook in Nederland zijn veel gemeenten geïnteresseerd.
Stel dat we een maandelijks inkomen ontvangen, zonder vragen of verplichtingen? Wat gaan we de hele dag doen met ‘gratis geld’ ? Wat betekent werk eigenlijk voor ons en hoe ziet de toekomst van ons werk er dan uit?
Dankzij enkele afleveringen van VPRO Tegenlicht en het boek van Rutger Bregman ‘Gratis geld voor iedereen’ komt vergeten onderzoek naar het basisinkomen aan het licht. Hieruit blijkt dat dit eeuwenoude idee een uitstekend middel is voor armoedebestrijding en het aanjagen van nieuwe economische activiteit. Bregman’s boek werd een internationale hit. Over de hele wereld wordt het basisinkomen inmiddels gezien als mogelijk antwoord op de stagnerende middeninkomens, de groeiende kloof tussen arm en rijk en de robot-revolutie.
De tegenstanders van het basisinkomen kaarten aan dat mensen minder zouden gaan werken na het invoeren van het basisinkomen. Daar komen de kosten dan nog bovenop.
Voorstanders verwijzen naar internationale ervaringen, waarbij het basisinkomen zorgde voor minder ongelijkheid, minder armoede, minder kindersterfte, lagere gezondheidskosten, minder criminaliteit, betere schoolresultaten en zelfs economische groei.
Maar voor de invoering van een basisinkomen lijkt nog niet voldoende draagvlak. Ondanks alle genoemde voordelen staan overheden niet te trappelen om het in te voeren. Hoogste tijd om serieus na te denken en echt werk te gaan maken van het basisinkomen?