Om de schade van klimaatverandering te beperken, moet het landbouw- en natuurbeleid radicaal op de schop. Maar wie gaat dat doen? Misschien wel deze pioniers.
Het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, windt er in hun meest recente rapport geen doekjes om: om de schade van klimaatverandering te beperken, moet het landbouw- en natuurbeleid duurzamer. Nederlandse plattelandspioniers geven vorm aan nieuwe manieren van voedsel verbouwen, duurzaam leven en gemeenschapszin. Gaan zij het doen? En zo ja: wat kunnen we van deze vernieuwers leren?
Het Voedselbos in Groesbeek, van pionier Wouter van Eck, is een botanisch project waar 400 eetbare soorten door elkaar zijn geplant. De opbrengst is tien keer zo hoog als die van de reguliere landbouw. Geen bestrijdingsmiddelen, geen bemesting en geen besproeiing en daardoor een paradijs voor insecten, kikkers, vogels en klein wild. Exclusieve restaurants, lokale bierbrouwers en ambtenaren van het ministerie zijn dagelijks in deze paradijstuin te vinden.
Een ander succesvol initiatief is de stichting Herenboeren in Boxtel, een coöperatie van huishoudens die samen een stuk land hebben aangekocht, een boer in dienst hebben genomen en in ruil daarvoor goedkope, biologische aardappels, groenten, vlees en fruit ontvangen. We praten met bedenker Geert van der Veer tijdens een oogstdag op de boerderij.