Over 6 jaar moet 30% van de huizen voor 30% bestaan uit bio-based bouwmaterialen. Dat is het streven van de Rijksoverheid. Nu is het aandeel bio-based nog maar 2-3%. Genoeg te doen dus. In ‘Bouwen met de boer’ volgt Tegenlicht pioniers die met natuurlijke, lokale materialen aan de slag gaan als akkerbouwer of in de bouw en zo onderdeel zijn van de materialentransitie - zodat er in de toekomst minder vervuilend beton en staal wordt gebruikt.
Die materialentransitie biedt nieuw perspectief voor boeren en bouwers, en levert ook nog eens natuurherstel op en een gezonder leefklimaat. Is het te mooi om waar te zijn? Niet als het aan deze en pioniers ligt.
Bijvoorbeeld Luc en Wout de Wit, die zichzelf Bouwboeren noemen. Ze telen in Utrecht verschillende ‘bouwgewassen’ zoals hennep, waarmee ze bio-based tiny houses gaan bouwen. De Drentse boer Koos Vos heeft noodgedwongen al zijn koeien weggedaan, maar kan door het telen van olifants- en mammoetgras zijn vak weer met plezier uitoefenen.
De grassen van boer Koos kunnen gebruikt worden als isolatiemateriaal voor de bouw. Zo kunnen er in heel Nederland bio-based bouwmaterialen van natuurlijke oorsprong worden geteeld. Afhankelijk van de bodem gaat het bijvoorbeeld om: stro, lisdodde, vezelhennep en bamboe.
Bio-based bouwen is nog geen grootschalig Nederlands fenomeen. Julia Watson is een internationaal gerenommeerde landschapsarchitect die wereldwijd pleit voor een betere balans tussen landbouw, natuur en woningbouw. In de bossen ten Noorden van New York toont ze een fascinerend voorbeeld van natuurbouw die nog veel verder gaat: the Fab Tree Hab, een experimenteel paviljoen waar mensen, dieren en planten zullen gaan samenwonen en dat gedeeltelijk wordt gebouwd door... wilgen!