De koppeling die met name de laatste maanden door politici en de media tussen etniciteit en criminaliteit wordt gelegd is volgens Harchaoui onjuist, en al helemaal niet nieuw. Verhalen van politici als zou er nu eindelijk een ‘taboe zijn doorbroken’ zijn volgens hem volslagen nonsens. Het ‘taboe’ is al in de jaren ’80 doorbroken. Toen verschenen de eerste rapporten en artikelen over dit onderwerp. In het NRC in 1985 stond al dat 33% van de criminaliteit door Marokkanen werd gepleegd. En in 1997 kwam de criminaliteitsnota uit over de relatie tussen criminaliteit en etniciteit, wat heeft geresulteerd in vele nieuwe maatregelen op dat terrein. Het lastige is dat wanneer iemand zegt dat hij een taboe heeft doorbroken, dat erg lastig te weerleggen is.
Maar een dergelijke benadering belemmert volgens Harchaoui het zicht op de werkelijkheid. Want wie wordt nu eigenlijk bedoeld wanneer politici spreken over ‘die ontevreden burger’? In feite is dat een blanke man van 40 (of ouder) in de volkswijk of net daarbuiten. Zwarte mensen vallen helemaal niet binnen het burger-concept dat in de politiek en de media veelal wordt gehanteerd. Harchaoui wil de problemen rond veiligheid niet bagatelliseren. Het probleem van de jeugdcriminaliteit in de randstedelijke gemeenten mag zeker niet worden onderschat. Maar er zijn veel meer problemen waar verhoudingsgewijs veel minder aandacht voor is, zoals mensensmokkel, witteboordencriminaliteit en georganiseerde drugsmisdaad. Zijn grote zorg is dan ook de voortdurende polarisatie waaraan de politiek van harte meedoet. Die vormt de werkelijke bedreiging van de rechtsstaat.
Meer informatie
‘Marokkaanse jongeren worden nauwelijks aangesproken als individu’,
Interview met officier van justitie Sadik Harchaoui op BinnenlandsBestuur.nl, zie
[link 1] hierboven
Artikel: ‘Hedendaags kwaad revisited, kanttekeningen bij de Marokkaanse criminaliteit in Nederland’
In Justitiële Verkenningen, jaargang 27, nummer 9, 2001 (niet online)