Matthew Goldstein is een onderzoeksjournalist op Wall Street voor Reuters. Eerder werkte hij als verslaggever voor Business Week. Goldstein volgt onder andere de ontwikkelingen op het gebied van ‘high-frequency trading’. Bij high-frequency trading wordt gebruik gemaakt van super snelle computers en complexe codes om bij grote orders kleine prijsdiscrepanties te kunnen ontdekken en hier op in te spelen.
Op de beurs gaat het om seconden, om minder zelfs. Er wordt gekocht en verkocht, volautomatisch razen digitale gegevens door de glasvezelkabels: ‘Trading at the speed of light’. Volgens Matthew Goldstein wordt het op Wall Street steeds belangrijker om zo dicht mogelijk bij de ‘Black box’ te zitten; de magische doos waar de informatie uitkomt die leidt tot het kopen of verkopen van aandelen. Bij high-frequency trading worden deze beslissingen in een milliseconde gemaakt, op basis van berekeningen waarvoor de black box geprogrammeerd is. Het is van groot belang deze gegevens als eerste binnen te hebben, om ze zo snel mogelijk door rekenkundige modellen te jagen en het systeem tot beslissingen te laten komen, voordat je Wall Street collega’s je voor zijn.
In deze milliseconde is geen menselijk brein of menselijke hand van invloed. Die heeft enkel invloed gehad op de programmering van de magische doos en krijgt pas later door wat deze doos berekend en besloten heeft. Is er nog wel werk voor de mensen op Wall Street? Of zijn eigenlijk de computers, de programmeurs en lengte van de glasvezelkabels bepalend voor het succes of het falen op (en van) de beurs?