Door klimaatverandering smelt het ijs op de Noordpool. Zo snel, dat meer dan veertig verschillende inheemse volken hun woongebied voor hun ogen zien verdwijnen. Ook Othniel Art Oomittuk, uit het meest noordwestelijke plaatsje van Alaska: ‘Dat ons land verandert in water… dat zou mijn kind in haar leven niet moeten zien.’

Klimaatverandering is niet iets van morgen. Het is iets van nu. Inheemse volken, die al generaties lang in de meest noordelijke gebieden van de wereld wonen, zien hoe de symptomen van klimaatverandering hun leefgebied in gevaar brengen. Een van die mensen is Othniel Art Oomittuk Jr. – zeg maar Art. Hij is een Inupiaq, een stam van de Inuit, voor wie de natuur een groot deel van de levensstijl bepaalt; in een omgeving waar weersomstandigheden het ritme van de dag bepalen, wordt elke graad opwarming gevoeld. 

Art woont al een tijd in Nederland, ik spreek hem in zijn huis aan een Amsterdamse gracht. Hij valt meteen op met zijn lange zwarte haren die in een staart naar achter zijn gebonden. Hij spreekt kalm en bedachtzaam. Zodra we gaan zitten, legt zijn Nederlandse vriendin Ellis Doeven een fotoboek op de keukentafel. Het is het begin van hun verhaal: zij was in zijn geboorteplaats om te fotograferen, zag hem, en werd verliefd. Hij ook op haar. Ze kregen een dochter, en verhuisden naar Amsterdam. 

Maar Art voelt zich hier niet minder verbonden met de plek waar zijn eigen verhaal begon: in Point Hopehet meest noordwestelijke dorp van Alaska, met negenhonderd inwoners. Elke jaar gaat hij terug. De staat van zijn geboorteplaats vat hij samen in drie woorden: ‘Erosie, erosie, erosie…’ Slijtage van het land én slijtage van de cultuur, bedoelt hij daarmee. ‘Onze huizen verdwijnen in de oceaan. 97 procent van het oude dorp is weg.’ 

‘Het regent nú. Het is februari! Het zou nooit moeten regenen in februari.’

Othniel Art Oomittuk Jr.

Anders dan de naam van Point Hope doet vermoeden, is er weinig reden tot hoop. ‘Ik zag vandaag nog reacties van dorpsoudsten voorbij komen op Facebook: mijn vrienden zeggen dat er nu helemaal geen ijs meer ligt. Vroeger was er altijd ijs.’ De dikke lagen ijs op de Arctische Oceaan waren toen nog meerdere jaren oud. ‘Je kon er een huis in bouwen, zo dik.’ Ze hebben plaats gemaakt voor dunne laagjes, die elk jaar stukje bij beetje smelten. 

Dat soort gesprekken worden continu gevoerd, zegt Art. ‘Het gaat dan over nieuwe soorten dieren die opeens verschijnen, en over algen die het water vervuilen... Ze zeggen dat het water er gek uitziet.’ En over de regen zegt Art hoofdschuddend: ‘Het regent nu in Point Hope. Het is februari! Het zou nooit moeten regenen in februari.’

Het mooiste beeld van dit moment

© kadir van lohuizen / noor for foundation carmignac

Dubbel zo warm in het Noorden

Nergens is de opwarming van de aarde zo zichtbaar als bij de poolkappen. Daar stijgt de temperatuur namelijk twee keer zo snel als in de rest van de wereld; omdat het ijs smelt, wordt er minder zonlicht teruggekaatst door de witte oppervlakte. De donkere delen die vrijkomen onder het ijs, zoals steen of water, nemen de warmte van de zon juist óp. 

‘Het klimaat is bij ons altijd hard geweest,’ vertelt Art. ‘We hebben altijd erosie gehad, maar nu gaan de veranderingen veel sneller. Door de afwezigheid van ijs is het land veel kwetsbaarder voor de harde wind. En door de regen die steeds vaker valt, erodeert het land ook meer.’ Het land dat over is, zakt in door het smelten van de bevroren grond. Wegen gaan kapot en huizen vallen van ellende uit elkaar.

Art steekt een vinger op. ‘De oorspronkelijke naam van het dorpje is Tikigaq. Dat betekent wijsvinger, kijk maar naar de vorm van het strookje land dat zich uitstrekt in de oceaan.’ Met de oceaan aan alle kanten, is Tikigaq inderdaad nog kwetsbaarder voor het veranderende klimaat.  

‘Het is de cultuur die met het land mee erodeert’ legt Art uit. Hij laat een korte stilte vallen. Het ijs is de kern van hun bestaan. Het speelt, bijvoorbeeld, een rol bij de voor hen zo belangrijke walvisjacht: waar walvissen eerder door een smalle doorgang in het ijs migreerden, is de doorgang nu veel breder, waardoor ze moeilijker kunnen worden gevangen. ‘Als dat eenmaal toch is gelukt,' zegt Art, 'kunnen de walvissen ook niet op het ijs worden getrokken; het ijs is te dun. En dan verliezen we ‘m’.

Het walvisvlees werd doorgaans bewaard in zelfgegraven kelders onder de bevroren grond, maar door het opwarmen van de aardie bevriezen die nu niet meer lang genoeg. 'We kunnen het wel in een ijskast bewaren, maar dat kost niet alleen elektriciteit, het verandert ook de smaak van het vlees. Het is niet hetzelfde’, aldus Art. 

'Het actievoeren zit in ons bloed.'

Othniel Art Oomittuk Jr.

Hij lijkt misschien kalm, maar Art maakt zich wel degelijk zorgen. De toekomst van Point Hope is in gevaar, terwijl de geschiedenis van het dorpje meer dan tweeduizend jaar teruggaat. ‘Dit stukje land wordt het langst bewoond, van het hele Noord Amerikaanse continent.’

Klimaatverandering is overigens niet de enige bedreiging waarmee de inheemse volken te maken hebben. Sinds 1826 hebben de inwoners van Point Hope al last van invloeden van buitenaf. Zoals toen Captain Beechey het dorp bereikte: Point Hope was ineens ‘ontdekt’ door het Westen. ‘Sindsdien worden we gebombardeerd met nieuwe, westerse dingen die we niet willen: alcohol, ziektes en geweren’, zegt Art.

Vervolgens kwam natuurkundige Edward Teller halverwege de jaren vijftig aanzetten met een wel heel controversiële idee: ‘Hij wilde een waterstofbom testen, tientallen kilometers bij ons vandaan, praktisch bij ons om de hoek. Het actievoeren zit dus in ons bloed door al die obstakels van buitenaf.’

Naast al die obstakels, zijn er nu ook oliemaatschappijen bijgekomen. Door het smelten van het ijs komen er allerlei grondstoffen vrij (olie, gas en zeldzame metalen) die eerder onbereikbaar waren, waar maatschappijen weer op azen. ‘Olie verwoest het milieu. Er is geen goede manier om het op te ruimen als het lekt, terwijl de oceanen schoon moeten zijn voor de jacht.’

De fossiele industrie neemt ook het jachtgebied van de Inupiaq op de oceaan in beslag, waardoor de jacht niet door kan gaan. ‘Als we jagen, dan jagen we voor mensen en families. Waar krijgen we ons eten vandaan als ze dat allemaal innemen?’  

© kadir van lohuizen / noor for foundation carmignac

Toen Shell in 2008 bekendmaakte dat ze olie wilde winnen in de Noordelijke IJszee, was dat de druppel voor Art: ‘We zijn een rechtszaak begonnen.' Ze werkten onder andere samen met de milieuorganisatie Earthjustice. ‘Veel andere inheemse naties hebben hun ogen gericht op ons kleine dorpje. We hebben al best wat successen geboekt. We maken grote golven met onze acties en hebben een luide stem.’ In 2015 liet Shell weten het project te hebben geannuleerd, maar dat ging niet zonder slag of stoot. ‘Ze zijn gigantisch. Ze hebben veel geld en macht.’

Hoewel de inheemse volken tien procent van de bevolking van het Noordpoolgebied uitmaken, wordt hun stem nauwelijks gehoord. Gek, vindt Art, want de politiek is ze niet vreemd: ‘De overheid heeft het gevoel dat we onszelf niet kunnen besturen, maar we waren al politiek actief lang voordat Alaska een staat werd in 1959. Wij hebben een native village council sinds 1934.’ Het is nu aan de internationale gemeenschap om eens te luisteren.

Ondertussen draagt Art ook z'n eentje zijn steentje bij. Zijn activisme brengt hem op de meest vreemde plekken, zoals die keer bij de jaarlijkse bijeenkomst van Shell. Art maakt namelijk deel uit van de ‘Follow This’-beweging; mensen die aandelen van Shell kopen, om meer inspraak te hebben op de koers van het bedrijf. ‘Ik voelde me daar geïntimideerd. Ik voelde me klein bij de gigant Shell. Maar, ik heb nog steeds een stem en ik heb me uitgesproken.’  

Art met zijn beeld 'The caribou man'

Maar wat als al dat actievoeren niet genoeg is? Dan zit er voor de inwoners van Point Hope waarschijnlijk niets anders op dan verhuizen. Extra muren tegen de erosie zijn niet genoeg als de opwarming op dit tempo doorgaat.

Voor sommige bewoners van het gebied wordt dat scenario binnenkort al realiteit. In twee kustplaatsjes in Alaska is er laatst over gestemd: met het hele dorp willen ze naar een veilige plek verhuizen. In de stadjes Newtok en Kivalina, ten zuiden van Point Hope, treffen ze zelfs al concrete voorbereidingen voor een grote verhuizing. Het zijn de eerste klimaatmigranten van de Verenigde Staten.

Met dat als mogelijk lot in het vooruitzicht, maakt Art kunst. Het is zijn manier om de cultuur van zijn geboortegrond te vereeuwigen. ‘We hadden geen geschreven taal tot 1960. Een groot deel van de geschiedenis wordt dus verteld door kunstvoorwerpen, zang en dans: het is voor ons dé manier om verhalen te vertellen.’ Hij laat vanalles zien, bij hem thuis: van uit hout gesneden ijsberen tot maskers van zeehondenhuid. Hij raakt er niet over uitgepraat: de symboliek, de verhalen, de materialen en de techniek... zijn kunst ademt de geschiedenis van de Inupiaq.

En dan roept de plicht. Arts dochter en vrienden komen eten en logeren. Er moeten pizza's worden gebakken. De kant-en-klare pizzabodems liggen al te ontdooien op het aanrecht. ‘Ik ben op jacht gegaan’, zegt hij lachend. ‘Maar dan bij de Albert Heijn.’



foto's: © kadir van lohuizen / noor for foundation carmignac