‘Ja, mijn vrienden, ik ben er van overtuigd dat water op een dag als brandstof zal worden gebruikt, en dat waterstof (...) een onuitputtelijke bron van warmte en licht zal vormen!’ Nee, dit citaat komt niet uit een hedendaags handboek alternatieve energievormen, het staat in Het geheimzinnige eiland, een roman van Jules Verne uit 1876. Sinds begin negentiende eeuw werd ontdekt dat door elektriciteit aan water toe te voegen waterstof en zuurstof vrijkomen (zogeheten elektrolyse), en dat het omgekeerde procedé, het samenbrengen van waterstof en zuurstof, water en elektrische stroom oplevert (het brandstofceleffect), hebben mensen van waterstof gedroomd en de komst van de waterstofrevolutie aangekondigd.
‘Ik zeg steeds: nu gaat het echt gebeuren,’ zegt VPRO Tegenlicht-regisseur Rob van Hattum. ‘Ik ben nu 64, vanaf mijn twintigste ben ik ermee bezig, dit is mijn derde documentaire over waterstof.’ De eerste (radio)documentaire maakte hij begin jaren tachtig. In 2004 volgde een tv-film. ‘Iedereen dacht dat het toen echt te gebeuren stond. General Motors ging waterstofauto’s bouwen. Shell opende een waterstoftankstation op IJsland, maar de crisis en de elektrische auto kwamen ertussen.’
Vijftien jaar later is waterstof weer een hot item. ‘Zonne- en windenergie laten zich moeilijk opslaan. En dat is een probleem, want als het niet waait en de zon niet schijnt, moet je wel een buffer hebben. Windparken worden nu afgeschakeld, omdat ze de energie niet kwijt kunnen. In waterstof (vloeibaar of in gasvorm) kun je energie echter prima opslaan.’