Bij warenhuis V&D ging een hoop mis. Ooit toonaangevend, in de jaren voor het faillissement stil, weinig sprankelend en vooral voorspelbaar. Het bedrijf kon de concurrentie met Bol.com en AliBaba niet aan. Hoe makkelijk is het immers om met een klik op de muis een nieuw T-shirt te bestellen, of die handige robotstofzuiger? Het gemak dient de mens.
Door het faillissement van de V&D stond Marieke Snijders (47) van de ene op de andere dag op straat. Maar met hulp van EU-geld maakte ze alsnog een opmerkelijke carrièreswitch: ze is thans gewichtsconsulente. De ins en outs van het Europese globaliseringsfonds, officieel het Europees Fonds voor aanpassing aan de Globalisering (EFG).
Bres in het winkelbeeld
Daarbovenop kwam nog eens het consumentenvertrouwen, dat ten gevolge van de financiële en economische crisis op een dieptepunt lag – effecten die nog lange tijd na-ijlden. De detailhandel kon zich ook moeilijk aanpassen aan de nieuwe omstandigheden, omdat het investeringsgeld simpelweg ontbrak. Banken aarzelden namelijk vaak om krediet te verstrekken.
Duizenden mensen raakten hun baan kwijt bij een bedrijf dat onwrikbaar leek en eigenlijk ‘too big to fail’. De lege winkelpanden van de V&D sloegen een bres in het Nederlandse winkelbeeld. In steden als Emmen, Assen, Terneuzen en Den Helder is de leegstand inmiddels groot, al worden de ruimtes in een aantal gevallen opgevuld door de zogenoemde pop up stores. Maar die winkels verdwijnen vaak net zo vaak als ze zijn opgekomen, waardoor ook de werkgelegenheid weer wegvloeit.
Schaduwzijde van de globalisering
Het omvallen van winkelketens - deze maand nog de Kijkshop - is de schaduwzijde van de globalisering. Die laat zich het hardst gelden in de krimpregio’s, waar de banen toch al niet voor het oprapen liggen. Bovendien is het aandeel van de detailhandel relatief groot - en juist die sector kreeg harde klappen ten gevolge van de financiële malaise. Drenthe en Overijssel leden aanzienlijk door alle faillissementen en winkelsluitingen bij bijvoorbeeld Aktiesport, Scapino en V&D. Het aantal werklozen is relatief groot en de sluiting van winkels in de stadscentra had negatieve gevolgen voor de regionale economie. Steeds meer mensen moesten, nadat zij werden ontslagen, een werkloosheidsuitkering aanvragen.
De situatie in de genoemde provincies was van dien aard, dat de Nederlandse overheid in 2016 bij ‘Brussel’ aanklopte voor een financiële bijdrage. De Europese Commissie honoreerde die aanvraag en stelde 1,8 miljoen euro beschikbaar voor 800 ex-werknemers om zich voor te bereiden op nieuwe arbeidskansen. ‘Trajectmakelaars’ van uitkeringsinstantie UWV nemen de begeleiding op zich. Ex-werknemers krijgen daarnaast de kans intensieve opleidingen te volgen in de zoektocht naar nieuw werk, kunnen zich laten omscholen en cursussen volgen. Mensen met een ‘levensvatbaar businessplan’ krijgen een bijdrage om investeringskosten te kunnen dekken. Het EU-geld komt vooral terecht bij jongeren. Immers, meer dan 60 procent is tussen de 15 en 24 jaar oud - een leeftijdsgroep die in potentie nog voldoende kansen op de arbeidsmarkt heeft.