Wat verwachtte je daar aan te treffen?
Nirit Peled: ‘Ik had geen idee. Ik was vooraf ook een beetje bang. Onwillekeurig word je slachtoffer van de dezelfde stereotyperingen waar je tegen strijdt. Een van de hoofdpersonen in de documentaire, Moazzam Begg, geldt ook binnen de gemeenschap als erg radicaal. Hij zat in Guantanamo Bay. (lachend) Als ik zo iemand ga ontmoeten, denk ik vooraf wel: hm, okay, I come in peace.’
Hoe kreeg je toegang tot die gemeenschap?
‘Onderzoeker Francesco Ragazzi heeft mij bij mijn contactpersoon, Jahan Mahmood, geïntroduceerd. Ik moest eerst zijn vertrouwen winnen. Ik maakte duidelijk dat ik wilde praten met denkers en opinieleiders binnen die gemeenschap, echt wilde weten hoe zij tegen dingen aankijken. Dat podium krijgen ze nooit. Daarin zijn de media niet geïnteresseerd. Ze zeiden: “Elke keer als een moslim zichzelf opblaast, krijg ik een telefoontje met de vraag wat ik ervan vind.” Het hielp ook dat ik eerst twee keer onderzoek kwam doen voordat ik ging filmen. Dan vroeg hij: “Waar is je crew?” Maar die was er niet.’
Je bent zelf Joods, was dat geen probleem?
‘Op een gegeven moment ontdekte Jahan dat ik uit Israël kom. “Dat moet je maar aan niemand vertellen,” zei hij. “Dat gaat niet,” antwoordde ik, “want ze zullen mijn naam googelen.” Uiteindelijk hielp mijn afkomst juist om tot hen door te dringen. Ik spreek een beetje Arabisch, weet hoe ik de namen moet uitspreken, en net als hen definieer ik mijn eigen gezichtspunt als Middle-Eastern. Daarbij speelde nog iets mee: ik ben opgegroeid in Israël, maar mijn ouders kwamen uit Jemen en Syrië. Mijn oma werd geboren in Aleppo. Tegelijkertijd vonden ze dit ook erg verwarrend, maar het ís voor hen ook ingewikkeld. Soms zeggen ze “Wij in Engeland”, dan weer “Die Engelsen”. Ze switchen voortdurend van identiteit. We hebben overwogen om mijn achtergrond nadrukkelijk te gebruiken in de film – dat heb ik mijn vorige, State of Alert, ook gedaan – maar ik wilde niet dat het een film zou worden over een Israëlisch meisje in een radicale moslimgemeenschap.’