Waarschijnlijk heb je geen aov afgesloten, omdat de maandelijkse premie te hoog is. Vooral voor zelfstandigen met fysieke beroepen en oudere zelfstandigen kan een aov duur zijn. Verzekeraars hanteren vaak een hogere premie voor mensen met fysieke beroepen, een hogere leeftijd of een medisch verleden. Bij een broodfonds is dit niet zo, want iedereen is gelijk: oud, jong, met een fysiek beroep of met een minder fysiek beroep. Voorwaarde is alleen dat je arbeidsgeschikt bent bij toetreding tot een broodfonds, een gemiddelde winst van minimaal 750 euro per maand hebt en dat je langer dan één jaar ondernemer bent.
Een aov heeft naast de hogere premies voor bijvoorbeeld ouderen, ook nog het nadeel dat bijvoorbeeld een ziekte of lichaamsdeel niet wordt verzekerd. Ten slotte is het niet mogelijk om je volledige inkomen te verzekeren. Maximaal tachtig procent van je inkomen is te verzekeren. Over het algemeen verzekert een aov je tot aan je pensioen en kan je een verzekering kiezen voor twee, vijf of tien jaar. Bij een broodfonds daarentegen, kan je voor maximaal twee jaar geholpen worden.
Een broodfonds is in vergelijking met een arbeidsongeschiktheidsverzekering niet alleen anders in kosten maar ook anders qua opzet. Het broodfonds is een schenking, maar een aov een verzekering. Je kent iedereen aan wie je geld schenkt en iedereen kent jou. Verzekeringen zijn anoniem. Verzekeraars zijn door dat anonieme een stuk meer gebonden aan regels en controles dan bij broodfondsen. Een broodfonds is daarom een stuk transparanter. De website aov-zzp.nl zet de verschillen ook een op een rij vanuit het perspectief van verzekeraars.
In de video hieronder leggen een aantal broodfondsdeelnemers uit de aflevering 'Ons dagelijks brood' uit wat een broodfonds is. Lees daarna het laatste stuk van dit artikel verder.