In de laatste uitzending van dit seizoen gaat VPRO Tegenlicht naar Koeweit. Grote materiële rijkdom, even grote sociale tegenstellingen, religieus conservatisme en het naderend einde van de olie als belangrijkste inkomstenbron: hoe gaat de jonge bevolking van de Golfstaat om met deze explosieve combinatie?

Crisis

Maar de voordelen van de olierijkdom gelden alleen voor de Koeweitse burgers, die in de minderheid zijn. Er wonen ongeveer vier miljoen mensen in Koeweit, maar zeventig procent van de bevolking bestaat uit immigranten. Zij werken meestal met hun handen of zijn actief in de dienstverlening. Ze mogen zelf geen bedrijfjes beginnen en als ze niet meer werken, vanwege ouderdom of ontslag, moeten ze het land uit. De kans op een Koeweits paspoort is nul. De Golfstaat voert de lijst aan van slechtste landen om in te wonen en werken als expat. Toch is het voor veel immigranten uit Zuid- en Zuidoost-Azië altijd nog te verkiezen boven hun eigen land.

Deze situatie zorgt voor een sociale crisis, vertelde Al-Nakib aan Shuchen Tan van VPRO Tegenlicht. ‘Olie heeft veel welvaart gebracht, maar het heeft ook voor minder verbondenheid tussen de inwoners gezorgd. Vroeger had men elkaar nodig om te overleven, waardoor er gemeenschapszin was. Tegenwoordig is de maatschappij naar binnen gekeerd. Door de manier waarop de stad zich ontwikkeld heeft, is er ook fysiek weinig contact en gedeelde ruimte. De mensen wonen in mooie huizen, maar ze zijn bekrompen, xenofoob en op zichzelf gericht. Er is grote verdeeldheid onder de bevolking, tussen Koeweiti’s en immigranten, maar ook tussen de Koeweiti’s onderling. Dat heeft al eerder gezorgd voor gewelddadige uitbarstingen.’

Het vinden van een manier om jezelf te ontplooien is niet zo gemakkelijk als je van tevoren al weet dat je je dagen in comfortabele rijkdom kan slijten. Zeker in een land dat ook nog eens streng islamitisch is. Veel jonge Koeweiti’s missen een doel in hun leven, ze zijn verwend en verveeld. Maar Al-Nakib ziet veranderingen. ‘Jonge mensen willen een andere maatschappij, een die
eigenlijk meer lijkt op het Koeweit van de jaren zestig en zeventig, met meer gelijke rechten voor iedereen en minder invloed van de islam.’

Studenten van Al-Nakib wachten liever niet tot ze aan de beurt zijn voor een gesubsidieerde overheidsbaan, maar beginnen een eigen bedrijfje. ‘Het is typisch voor jonge mensen dat ze verveeld raken door de status quo. Jonge Koeweiti’s leiden een comfortabel leven, maar ze willen meer. Vergelijk het maar met Amerika in de jaren zestig. Het leven in de voorsteden was makkelijk, maar al snel ontstond de tegendraadse jeugdcultuur. Voor jonge mensen hier betekent verzet een eigen restaurant of galerie beginnen.’

Het boek Kuwait Transformed: A History of Oil and Urban Life van Farah Al-Nakib was voor de VPRO Tegenlicht-redactie een belangrijke bron. Al-Nakib is universitair docent geschiedenis en directeur van het Centrum voor Golfstudies aan de American University of Kuwait. In haar boek beschrijft Al-Nakib de geschiedenis van haar thuisland, met een sociaal-economische en stedenbouwkundige insteek. Koeweit-Stad was ooit een levendige havenstad, met een diverse bevolking die openstond voor andere culturen. Rijk waren ze niet, maar er was wel saamhorigheid. Parelvisserij was de belangrijkste inkomstenbron. Het land werd na de oorlog ineens ontzettend rijk, omdat er in Koeweitse woestijn olie gevonden werd. De overheid zorgde voor een extreme welvaartsstaat, met gratis onderdak, onderwijs en gezondheidszorg en voor alle burgers een gegarandeerde baan bij de overheid. De middenklasse van Koeweit-Stad verhuisde naar de buitenwijken en verplaatste zich alleen nog per auto.

Foodtrucks

Die verandering is zichtbaar in het centrum van Koeweit-Stad. Dat was lange tijd een plek die gemeden werd door de Koeweiti’s, ze kwamen er alleen om te werken en reden ’s avonds snel weer terug naar hun huizen in de buitenwijken. Alleen immigranten woonden er. Maar tegenwoordig zijn er kleine, trendy winkels en cafés. Vrijwilligers geven er rondleidingen door de verschillende buurten. Hierdoor komt de middenklasse ook ’s avonds en in het weekend naar de stad en zo komen jonge Koeweiti’s meer in contact met andere bevolkingsgroepen. Omdat er weinig parkeerruimte is, moeten ze wel lopen. Ook is er in het centrum een tuinproject en om de gentrificatie compleet te maken, hebben de eerste foodtrucks hun intrede al gedaan.

Een ander initiatief, dat ook in de uitzending aan bod komt, is de ngo Loyac. Oprichter Fareah al Saqqaf, publicist en maatschappelijk betrokken ondernemer, maakte zich na de aanslagen van 9/11 zorgen over de richting die haar land opging. Loyac wil Koeweitse jongeren meer maatschappelijk bewust en betrokken maken met behulp van allerlei stages en vrijwilligersprojecten. ‘Loyac zorgt ervoor dat jonge mensen meer maatschappelijke verantwoordelijkheid krijgen, door ze vakantiebaantjes te geven in de dienstensector en op die manier met andere mensen in contact te brengen,’ aldus Al-Nakib. ‘Het lijkt iets kleins, maar ik denk dat dit soort dingen op termijn echt een positieve verandering teweeg kunnen brengen.’

Dat komt mooi uit, want de olie waar Koeweit nu op draait, raakt ooit op en de wereld is bezig met de transitie naar andere energiebronnen. Toch denkt Al-Nakib dat Koeweit nog niet klaar is voor het postolietijdperk. ‘Jongeren moeten minder afhankelijk worden van de olie-inkomsten en er rekening mee houden dat ze niet zullen hebben wat hun ouders en grootouders wel in de schoot geworpen kregen. De welvaart heeft gezorgd voor een bepaalde passiviteit. Maar de situatie zoals die nu is, kan niet zo blijven.’