Mahamadou Issoufou (1951) is van huis uit lid van de Hausa-stam, de meest voorkomende etnische groep in Niger. Hij is mede-oprichter van de Nigerese Partij voor Democratie en Socialisme (PNDS) en stelt zich tussen 1993 en 2009 vier keer kanditaat voor het presidentschap, maar dan nog zonder succes.
Wanneer in december 2009 de termijn van toenmalig president Mamadou Tandja afloopt, wil die geen afstand doen van zijn positie en probeert door middel van een referendum president te blijven. Op 18 februari 2010 vindt daarop een staatsgreep plaats door de Hoge Raad voor het Herstel van de Democratie, een militaire junta onder leiding van majoor Salou Djibo. Na nog een referendum volgen in januari 2011 verkiezingen, die gewonnen worden door oppositieleider Issoufou.
Op 6 april 2011 wordt Mahamadou Issoufou officeel benoemd tot president. Hij begint zijn eerste termijn met een offensief tegen de alom tegenwoordige corruptie, wat hem te staan komt op een plot van boze soldaten om hem te vermoorden, en brandstichting bij het ministerie van Justitie, waarbij belangrijke dossiers verdwijnen. In maart 2016 worden opnieuw verkiezingen gehouden. Issoufou weet in de eerste ronde net geen meerderheid te krijgen, maar wanneer de tweede ronde vervolgens door de oppositiepartijen wordt geboycot, wint hij die met 92% van de stemmen.
Issoufou wordt over het algemeen beschreven als een min of meer democratische leider en een betrouwbare bondgenoot van het Westen. Maar de Nigerese massa ziet die samenwerking als een manier van de elite om aan de macht te blijven. Zie dit artikel in the Economist.