De Keniaanse verkiezingen van 27 december 2007 gingen tussen president Mwai Kibaki en zijn opponent Raila Odinga. De verwachting was dat Odinga zou winnen, maar aan het einde van de verkiezingsdag bleek Kibaki de meeste stemmen te hebben. Veel Kenianen waren ervan overtuigd dat de uitslag gemanipuleerd was.
Het gevolg was een cocktail van politiek en etnisch geweld. Meteen nadat Kibaki tot president was uitgeroepen, ging een woedende menigte de straat op, op zoek naar leden van de Kikuyustam – waar de president toe behoorde. Meer dan 1300 Kenianen werden vermoord en 600.000 inwoners sloegen op de vlucht. De etnische onrust verspreidde zich over grote delen van het land. Gewapend met machetes plunderden groepen Kenianen banken, winkels en boerderije. Er heerste totale chaos in Kenia.
De crisis duurde maanden, maar de officiële kanalen deden of er weinig aan de hand was. Niemand wist precies hoe de toestand was. Op televisie waren geen verslagen van ongeregeldheden te zien, maar cartoons.