Matip was een sleutelfiguur in de Soedanese burgeroorlog die tussen 1983 en 2005 naar schatting 2 miljoen mensen het leven kostte. Tijdens deze oorlog had Matip er geen problemen mee om over te lopen. Volgens een BBC-verslaggever maakte dit hem een gehaat figuur. Historicus Robert Collins omschreef Matip als “een ultieme vrijbuiter, die zich aansloot bij god of de duivel, afhankelijk van wie hem wilde voorzien van wat hij nodig had om zijn prestige en zijn privéleger in stand te houden.”
Verzoening
Barnaba Benjamin, de Zuid-Soedanese minister van Informatie, deed zijn best om Matip te portretteren als iemand die zich enthousiast inzette voor vrede. Matip "droeg veel bij aan de eenheid en verzoening in dit land", vertelde hij verslaggevers, nadat hij bekendmaakte dat Matip in Kenia was overleden terwijl hij in afwachting was van een behandeling in de Verenigde Staten.
Generaal Paulino laat zeventien vrouwen en meer dan veertig kinderen achter.