Confucius (551 v.Chr. - 479 v.Chr.) werd geboren in een familie van grootgrondbezitters, maar door de anarchistische ontwikkelingen binnen de Chinese maatschappij raakten zij alles kwijt. Confucius voorzag in zijn levensbehoefte door les te geven. Hij was zo succesvol dat hij na enige tijd een hele schare volgelingen had. Hiermee trok hij van provincie naar provincie om zijn leer te verkondigen. Hij werd veelal met open armen ontvangen, maar er werd niet altijd goed naar hem geluisterd.
Na zijn dood werden veel van zijn doctrines geïnterpreteerd en geformaliseerd door zijn leerlingen. Zij tekenden bijvoorbeeld De Gesprekken op: een serie van korte uitspraken die Confucius tijdens zijn leven had gedaan.