Martin Wolf (1946) studeerde filosofie en economie in Oxford en ging daarna aan de slag bij de Wereldbank. Hij zette zijn loopbaan voort als wetenschappelijk directeur van het Trade Policy Research Centre. In die rol adviseerde hij overheden en internationale organisaties over handelspolitiek.
Martin Wolf over de anarchie in het internationale monetaire systeem
Martin Wolf is hoofdcommentator van de Financial Times in Londen. Hij wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke financieel-economische journalisten ter wereld. Tegenlicht sprak met Wolf over de sluimerende valutaoorlog en de noodzaak tot hervorming van het internationale monetaire systeem.
In 1987 trad hij in dienst van de Financial Times, waar hij vanaf 1996 chief economics commentator is. Wolf schreef ook een aantal gezaghebbende boeken. In Why Globalization Works (2004) benadrukte Wolf de voordelen van globalisering en de vrije markteconomie. Na de kredietcrisis toonde hij zich in toenemende mate kritisch ten aanzien van het vrije markt denken. In zijn commentaren van de afgelopen jaren toont hij vaker zijn ‘Keynesiaanse’ kant en legt hij meer nadruk op rol die de overheid kan spelen in het stimuleren van economische groei.
In 2008 verscheen Wolfs laatste boek Fixing Global Finance waarin hij de huidige financiële crisis mede verklaart vanuit structurele, onhoudbare onevenwichtigheden in de wereldeconomie. Kort gezegd komt de onevenwichtigheid erop neer dat het internationale monetaire systeem zo georganiseerd is dat de "arme" landen sparen om de tekorten van de "rijke" landen te financieren. Kapitaal wordt daardoor niet geïnvesteerd op die plekken waar het het hardst nodig is en het meest productief kan worden ingezet. In plaats daarvan vloeit het geld naar economieën waar het vooral consumptief wordt ingezet en waar het “zeepbellen” kan voeden zoals eerder gebeurde op de Amerikaanse en Europese vastgoedmarkten.
De oorzaak hiervan ligt volgens Wolf niet alleen in de ongebreidelde bestedingsdrift van de Verenigde Staten, maar ook in de wisselkoerspolitiek van opkomende economieën zoals China. China houdt, om de export te stimuleren, de koers van de Chinese renminbi ten opzichte van de Amerikaanse dollar kunstmatig laag. Hierdoor blijven de met export verdiende dollarreserves alleen maar groeien. Met die dollars financiert China vervolgens weer de Amerikaanse staatsschuld. Het onevenwichtige systeem houdt zichzelf zo in stand.
Tegenlicht sprak met Martin Wolf over de noodzaak tot hervorming van het internationale monetaire systeem en de toenemende onenigheid tussen de opkomende economieën enerzijds en “het Westen” anderzijds over het wisselkoersbeleid. Het conflict over de wisselkoersen - ook wel aangeduid als “currency wars” of “valuatoorlog” - komt op iedere G20 bijeenkomst weer aan de orde, maar concrete actie laat vooralsnog op zich wachten .
In februari 2011 bereikten de G-20 leiders in Parijs weliswaar een akkoord over de macro-economische indicatoren die moeten worden aangepakt om de onbalans in de wereldeconomie terug te dringen, maar onder druk van China blijven afspraken over aanpassing van wisselkoersen voorlopig verboden terrein.
Links
-
- Martin Wolfs pagina bij de Financial Times
- Recensie van 'Fixing Global Finance' door Harold James in Foreign Affairs
- Recensie van 'Why Globalization Works' in Foreign Affairs
- Commentaar in De Groene over valutaoorlog
- Commentaar Elsevier over valutaoorlog
- EenVandaag over valutaoorlog
- Reuters over de G20-afspraken (februari 2011)