‘Landjepik wordt wereldwijd een steeds groter en urgenter probleem,’ waarschuwde Oxfam Novib in september. Sinds 2001 is wereldwijd al 227 miljoen hectare grond in ontwikkelingslanden verkocht of verpacht. Een van de hot-spots voor deze grootschalige handel is Zuid-Soedan.

Zuid-Soedan is pas sinds juli 2011 onafhankelijk en is zich nog aan het herstellen van een jarenlange burgeroorlog. Een ideaal moment voor buitenlandse investeerders om hun slag te slaan. Tussen tussen 2007 en 2010 verwierven zij 2,64 miljoen hectare grond in Zuid-Soedan, waar veel vruchtbare landbouwgrond, olie en koper en goud te vinden is. Ter vergelijking: bij elkaar opgeteld is dit groter dan het complete land Rwanda.

Ontwikkeling

De landhandel in Zuid-Soedan is in kaart gebracht door onderzoeker David Deng, die als christen opgroeide in het overwegend islamitische noorden van Soedan. Hij ontdook hij de militaire dienstplicht en specialiseerde zich later aan de Universiteit van New York in de mensenrechten. In een rapport dat hij schreef voor Norwegian People’s Aid, een Noorse hulporganisatie, beschrijft hij het gevaar van grootschalige buitenlandse investeringen in zijn moederland. “In theorie zou deze toevloed aan investeringen ontwikkelingsmogelijkheden kunnen bieden aan rurale gemeenschappen, maar zonder de juiste procedures bestaat het gevaar dat het hun bestaan ondermijnt.”

Dialoog

Op dit moment heeft de lokale bevolking er vaak geen weet van dat de grond waarop zij al generaties leven boven hun hoofden verkocht wordt. Deng schrijft daarom een handboek voor alle betrokkenen bij de investeringen. Hij hoopt hiermee de dialoog tussen de centrale overheid, investeerders en lokale gemeenschappen te bevorderen.