VPRO’s Tegenlicht besteedt de komende vijf uitzendingen aandacht aan de crisis waarin de Europese Unie verkeert. Het gaat immers al een tijdje niet zo best met het ooit zo trotse samenwerkingsverband. De euro wankelt onder druk van schulden en speculaties, de eenheid van de Unie brokkelt af en de sociale voorzieningen waar we altijd zo trots op waren, lijken financieel niet langer houdbaar. Voor Tegenlicht reden om een klein rondje Europa te doen om eens met eigen ogen te zien hoe ernstig het allemaal is. In Italië volgt de rubriek entertainer Beppe Grillo, die dankzij zijn razend populaire webblog een schrik is geworden voor Berlusconi en andere bestuurders. In Griekenland wordt ingezoomd op een dorpje in crisistijd. In Polen onderzoekt men de nationale paranoia als reactie op de bizarre vliegramp waarbij zo’n beetje de hele politieke elite om het leven kwam. Verder zien we hoe met schulden overladen Europese overheden tegen elkaar worden uitgespeeld, en wordt de crisis van de sociaaldemocratie geduid aan de hand van een lezing van de onlangs overleden Britse historicus Tony Judt. De VPRO Gids bleef iets dichter bij huis en legde zijn oor te luister bij een aantal EU-watchers in Brussel. Staan we er echt zo slecht voor?
VPRO Gidsartikel
Vijf weken Tegenlicht over de onzekere toekomst van de Europese Unie. Staan we er echt zo slecht voor?
Shada Islam, jarenlang correspondente voor diverse Aziatische media, en tegenwoordig werkzaam bij het European Policy Center, een onafhankelijke denktank in Brussel
‘Ik vind niet dat Europa er nou zo verschrikkelijk slecht aan toe is,’ zegt de uit Pakistan
afkomstige Islam. ‘De Europese Unie is voor Azië nog steeds een heel belangrijke handelspartner. Landen als Japan, India en China exporteren enorme hoeveelheden goederen naar Europa. Die uitvoer is voor de Aziaten van levensbelang en dat beseffen ze maar al te goed. Een tweede belangrijke troef van Europa is de euro. Die wordt in Azië nog altijd gezien als een sterke, betrouwbare munt. Het economische belang van Europa zag je dit jaar heel duidelijk terug in de Aziatische pers. De financiële crisis in Griekenland en de daaropvolgende maatregelen van de Europese Centrale Bank, werden breed uitgemeten op de voorpagina’s.’
Anders ligt het op diplomatiek en politiek vlak, zegt Islam: ‘Europa is een economische gigant, maar een politieke dwerg. Een jaar of tien geleden verwachtte iedereen dat de EU een sterke politieke tegenhanger zou worden van de Verenigde Staten, maar die verwachting is geen moment waargemaakt. Integendeel, Europa slaagt er maar niet in om politiek zichtbaar te worden in de rest van de wereld. Iedereen kent Duitsland, Engeland, Frankrijk en Nederland, maar niemand weet wat de eu nu precies wil en doet. Goed, we weten dat Europa een soft power wil zijn, en geen hard power zoals de vs. Maar dan moet je die soft power wel frequent en consequent toepassen, en dat gebeurt niet. Het gevolg daarvan is dat het beeld van Europa wazig is. Er bestaat geen EU brand.’ Veel Europese politici zijn zich hier trouwens maar al te goed van bewust, erkent Islam. Ze geeft het voorbeeld van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner. Die uitte onlangs felle kritiek op de Britse eurocommissaris Ashton, omdat ze verstek had laten gaan bij verschillende bijeenkomsten met Aziatische landen. ‘Ik vond dat Kouchner daar gelijk in had. Je moet overal aanwezig zijn, want pas als je ergens bent, wordt er over je gepraat en geschreven. Anderzijds: zelfs al was ze wel gegaan,
dan was het nog alleen maar een lapmiddel geweest. De echte oplossing is om de
eu permanent zichtbaar te maken en daar goed beleid voor te ontwikkelen.’
Wil Europa in de rest van de wereld respect afdwingen, dan zou het ook helpen als er wat minder onderling gebakkeleid werd, voegt Islam er fijntjes aan toe. ‘De verdeelde reacties op de economische crisis, en vooral de harde aanvaring tussen Duitsland en Griekenland, hebben het Europese imago in Azië ook geen goed gedaan. Waar was nu die solidariteit waar jullie altijd de mond vol van hadden? Daarbij moet je niet vergeten dat de eu altijd een inspiratiebron is geweest voor de landen van asean [Association of Southeast Asian Nations, een organisatie van tien landen in Zuidoost-Azië]. Begrijp me goed, ik zeg helemaal niet dat het een verloren zaak is voor Europa. Reputaties worden even snel gemaakt als gebroken. Als het Obama lukt om binnen een paar jaar het imago van de vs te herstellen, zie ik niet in waarom Europa zoiets niet zou kunnen. Maar er moet wel iets gebeuren.’
Een goede gelegenheid om de Europees-Aziatische banden aan te halen is volgens Islam de achtste ASEM-top [Asian-Europe Meeting] die op 4 en 5 oktober plaatsvindt in Brussel. ‘Europa moet zich minder alleen op China richten en aansluiting proberen te vinden bij de vele regionale allianties die momenteel in Azië gesmeed worden. Als men dat niet doet heeft men straks geen plekje meer aan de tafel. Aziatische landen staan ook zeker open voor die samenwerking. Ik weet dat er mensen zijn in Singapore, zoals [oud-vs-ambassadeur en wetenschapper] Kishore Mabubani, die verkondigen dat Europa oud en irrelevant is. Maar dat is natuurlijk onzin. Dat soort uitlatingen moet je ook niet zien als kritiek, of als arrogantie van naast hun schoenen lopende Singaporezen, maar als een uitnodiging aan Europa om zich meer met Azië te gaan bemoeien.’
Tiffany (Xue) Yuan, EU-correspondente van de Chinese zakenkrant 21st Century Business Herald
Ook de Chinese Yuan gelooft niet dat de Europese Unie direct reden heeft om zich ernstige zorgen te maken. Maar op de langere termijn voorziet ze wel degelijk zwaar weer. ‘Ik vond de berichtgeving in China eerder dit jaar over de financiële crisis in Europa een beetje overtrokken,’ zegt Yuan. ‘Natuurlijk, er waren problemen met Griekenland en andere landen, maar voor de Chinese televisiekijker leek het alsof Europa op instorten stond. Dat komt ook omdat de gemiddelde Chinees maar een vaag idee heeft van wat Europa eigenlijk is. Natuurlijk weet men dat het een rijk en machtig continent is en kent men de namen van de belangrijkste landen, maar hoe de verhoudingen tussen de EU-lidstaten precies liggen, is de meeste mensen onbekend. Daarom heb ik steeds opnieuw uitgelegd dat Griekenland een klein landje is dat maar drie procent uitmaakt van het Europese BNP, en dat het dus allemaal best meeviel. Dat is later ook wel gebleken denk ik. Door de financiële maatregelen die Europa heeft genomen, denk ik dat men er op korte termijn zelfs beter voorstaat dan de VS. Kijk naar de economische groeicijfers van Duitsland, die waren prachtig. En Duitsland vertegenwoordigt wel een derde van de Europese economie.’
Op de wat langere termijn ziet Yuan de balans echter weer in het voordeel van de Amerikanen doorslaan: ‘Wat me echt zorgen baart zijn de lage bestedingen in Europa. In de VS zullen ze wel weer een manier vinden om de bestedingen op te krikken, maar wat Europa betreft heb ik daar minder vertrouwen in. Dat is nadelig voor Europa zelf, maar ook voor China, dat voorlopig nog erg afhankelijk is van de export naar Europa. Het zou mij niet verbazen als er op termijn handelsconflicten tussen de twee gaan ontstaan. Je ziet daar nu zelfs al de eerste tekenen van. Europa heeft maatregelen aangekondigd, en China heeft daar op gereageerd. Als we niet oppassen krijgen we een nieuw rondje protectionisme.’
Yuan deelt de mening van Shada Islam dat de EU politiek gezien nog wel een tandje mag bijschakelen. ‘Europa zou een prachtige rol kunnen spelen als bemiddelaar tussen China en de VS, zeker nu de verhoudingen tussen die twee de laatste tijd verzuurd zijn. Maar de laatste vijf à tien jaar is er op dat vlak bedroevend weinig gebeurd. Dat wordt in China wel als teleurstellend ervaren. Wel vind ik dat Europa goed werk gedaan binnen het IMF en dat het ook een heel positieve rol speelt voor de ontwikkelingslanden. Vooral wat Afrika aangaat kan China nog veel van de Europese kennis en ervaringen leren.’
John Holland, voormalig correspondent voor de Amerikaanse televisiezender CNBC, tegenwoordig werkzaam bij het European Journalism Centre in Brussel
John Holland lacht een beleefd lachje in zijn kantoor in het Brusselse Résidence Palace, waar zo’n beetje alle eu-correspondenten zijn gevestigd. ‘Hoe de Amerikanen aankijken tegen de Europese Unie? Ik denk dat de meeste van mijn landgenoten zich nog steeds afvragen hoe verenigd het verenigde Europa nu eigenlijk is. De EU heeft wat dat betreft natuurlijk geen goede beurt gemaakt met de crisis in Griekenland, die grote verdeeldheid aan het licht bracht. De Amerikanen zijn überhaupt nogal geschrokken van wat er in Griekenland is gebeurd. Als je ziet dat een op de vier Grieken in dienst is van de staat, dat de pensioenen en belastingen een puinhoop zijn, en dat er blijkbaar geen waarborgen waren die die problemen eerder aan het licht brachten, geeft dat weinig reden tot vertrouwen. Zelf heb ik voor CNBC nog een verhaal gemaakt over Griekenland na de Olympische Spelen in Athene. Het idee was om een reportage te maken over de positieve effecten van de Spelen, maar we kwamen erachter dat de Grieken nog steeds aan het afbetalen waren. Achteraf waren dat dus de eerste voortekenen van de crisis.’
Niet dat de Amerikanen het zelf veel beter doen, geeft Holland toe. Het bankroet van Californië, om maar wat te noemen (waar Tegenlicht later dit seizoen ook een uitzending aan wijdt), vertoont tenslotte aardig wat overeenkomsten met dat van Griekenland. ‘Het is waar dat we zelf gelijksoortige problemen hebben. Maar op de een of andere manier denken Amerikanen nog altijd dat zij een uitzondering zijn in de wereld. De situatie in Californië wordt niet gezien als een globaal probleem, dat te vergelijken is met die in Europa en Azië, maar als een lokale kwestie die we wel weer zullen oplossen.’
Uit: VPRO Gids #38 (18 t/m 24 september 2010)