De geschiedenis van Polen werd in hoge mate bepaald door vreemde overheersing. Oostenrijk, Rusland en Pruisen deelden het land op, tussen 1795 en 1918 bestónd het niet eens als onafhankelijke natie. In de vorige eeuw werd Polen nog maar eens verdeeld tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie, schoven na de Tweede Wereldoorlog de Poolse oost- en westgrens op naar het westen, gevolgd door een halve eeuw communistische dictatuur. Geen wonder dat Polen bezorgd blijft over zijn nationale soevereiniteit en de ambities van buurstaten in oost én west nauwlettend in de gaten houdt. De vliegramp bij Smolensk begin april, waarbij Polens politieke en bestuurlijke elite werd gedecimeerd – naast president Lech Kaczynski kwamen onder anderen hoge militairen en regeringspolitici, parlementsleden, het hoofd van de nationale veiligheid en de president van de nationale bank om het leven – betekende een dreun voor het nationale zelfvertrouwen en gevoel van veiligheid. De geschiedenis leek zich te herhalen: de omgekomen prominenten waren op weg naar Rusland om in Katyn het bloedbad uit 1940 te herdenken, waar toen meer dan 20.000 door de Sovjets weggevoerde Polen, de toenmalige elite van het land, op last van Stalin door de Russische geheime dienst werden vermoord. En niet door de nazi’s, zoals Rusland nog tot 1990 wilde doen geloven, hoewel alle partijen beter wisten.
VPRO Gidsartikel
Sinds de vliegramp in Smolensk zijn de Polen extra bezorgd over hun positie op het continent. De film Brief uit Polen van Mariusz Pilis is het sluitstuk van het Tegenlicht-zesluik ‘De aanval op Europa’.
Zo werd aan een bestaand Pools trauma op onwaarschijnlijke wijze een nieuw toegevoegd, een meer dramatische samenloop van omstandigheden is niet denkbaar. Het kon dan ook geen toeval zijn, dachten veel Polen. Dit kwam Rusland, onder Poetin al jaren bezig om zijn invloed op vroegere satellietstaten in Oost-Europa en de Kaukasus terug te winnen, wel heel goed uit. Onduidelijkheid over de oorzaak van de ramp – Rusland weigert tot op heden Polen volledig te informeren over de uitkomsten van het onderzoek – gaf voedsel aan wantrouwen, speculaties en complottheorieën. Waarom verschenen de meeste Europese regeringsleiders niet op de begrafenis van Kaczynski? Was de aswolk van die IJslandse vulkaan niet een handig excuus om maar weg te blijven? Polen voelde zich, als vanouds, bedreigd en in de steek gelaten.
Onafhankelijkheid
In zijn Brief uit Polen neemt de Poolse filmmaker Mariusz Pilis, hier bekend van The smell of paradise, de ramp van Smolensk als vertrekpunt voor een inventarisatie, met uitstapjes naar het verleden, van de stemmingen en opvattingen in Polen en daarbuiten over de ontwikkelingen in Oost-Europa en de relatie met Rusland. De beer is weer los, zo kreeg hij, globaal samengevat, te horen. Pilis: ‘In de film komen historici, politicologen, filosofen en schrijvers aan het woord. Een paar namen: Norman Davies, van Europe, a History, Edward Lucas, van The New Cold War, en Vladimir Boekovski, de Russische oud-dissident. Hij schreef na de vliegtuigcrash een open brief, met de waarschuwing dat Polen z’n onafhankelijkheid aan het verliezen was – voor ons was dat heel bemoedigend.
Geen politici in de film, want die hebben allerlei bijbedoelingen, maar wel Viktor Joesjtsjenko, oud-president van Oekraïne. Saakasjvili van Georgië bedankte overigens vriendelijk, wat te maken heeft met zijn teleurstelling over het feit dat Polen onder de nieuwe president weer afstand van Georgië neemt. Terwijl de buitenlandse politiek van Kaczynski er nog op gericht was om van de Baltische staten tot de Kaukasus een bufferzone te krijgen van onafhankelijke, democratische staten die op het westen gericht zijn. Samen sterk tegen Rusland. Nu is Polen juist weer uit op betere relaties met Rusland.
Maar goed, alle geïnterviewden waren tamelijk eensluidend in hun opvattingen. Hopelijk neem ik hiermee de verdenking weg dat een of andere emotionele Pool met zijn film eenzijdig politiek beeld probeert te scheppen; de Poolse zorgen worden door alle buurlanden gedeeld. Gelet op de lange geschiedenis van moeizame betrekkingen met Rusland, schetsen ze allemaal een tamelijk zwart toekomstscenario, waarin de nieuwe Navo-lidstaten in Oost-Europa, Polen voorop, niet verzekerd kunnen zijn van de onvoorwaardelijke steun van de oude. Te vrezen valt dat West- Europa meer belang hecht aan een onbelemmerde aanvoer van olie en gas uit Rusland dan aan democratie en mensenrechten.’
De boodschap van de film is dus een sombere, vat de regisseur zijn betoog bedrukt samen. Maar wanneer de verslaggever uit arren moede dan maar de eerste regel van het Poolse volkslied, ‘Nog is Polen niet verloren’, in het Engels vertaalt, wordt hij monter gecorrigeerd: ‘Jeszcze Polska nie zginela!’