We blaffen weer hard in Nederland. Bram en Freek begonnen ermee in 1978. Maar het Nederlands Elftal ging gewoon naar het dictatoriale Argentinië. Anderhalf jaar geleden kwam de oproep van Erik van Muiswinkel om de Olympische Spelen in Beijing te boycotten. Het leidde even tot onze traditionele verontwaardiging, maar het IOC hield zich muisstil rondom de mensenrechten in China.
Column voorgedragen door Frank van Eekeren naar aanleiding van "De aftrap van de 3e helft" in Felix Meritis 11 november 2009
En vandaag in Felix Meritis wagen we een nieuwe poging. Een onthullende documentaire, een kritisch boek en een stevig debat over het WK in Zuid-Afrika en de rol van FIFA. Prachtig. Maar ondanks de boeiende discussies zijn er weinig tekenen dat de FIFA na vanavond ineens wél oprecht maatschappelijk betrokken zal zijn. Zo bereiken we opnieuw niets.
Het moet anders. We hebben hier te maken met IOC en FIFA, twee die-hard monopolisten, die zich verheven voelen boven elke wet of maatschappelijk debat. U weet wel, van die organisaties waar onze Neelie Kroes zo’n hekel aan heeft. Hun unieke producten, de Olympische Spelen en het WK voetbal, zijn zo gewild dat ze kunnen doen en laten wat ze willen. Die bobo’s liggen echt niet wakker van een paar keffertjes uit Nederland. Of de EU.
Het wordt tijd dat deze grootmachten serieus tegenspel krijgen. Zeker nu de monopolisten nieuwe markten hebben aangeboord: de zogenaamde landen in ontwikkeling. Landen die dikwijls worstelen met de grote verschillen tussen arm en rijk of het niet zo nauw nemen met de mensenrechten.
Na China voelen nu Zuid-Afrika, Brazilië en Rusland zich de koning te rijk dat zij de komende WK’s, Zomerspelen en Winterspelen mogen huisvesten. Dat is prima voor het zelfvertrouwen in de uitverkoren landen, maar het roept natuurlijk ook de nodige vragen op.
Logisch dus dat IOC en FIFA door de publieke opinie meer en meer worden geconfronteerd met hun verantwoordelijkheid in deze landen. Maar de slimme heren uit Lausanne en Geneve lossen dat handig op. Zij hanteren grofweg twee strategieën bij het beantwoorden van deze vervelende vragen.
De eerste is de Kop-In-Het-Zand-methode. Het IOC hanteerde deze strategie succesvol in de discussie rondom Beijing. De mensenrechten, zo verklaarde IOC-president Rogge met droge ogen, zijn een interne Chinese politieke aangelegenheid. Het IOC deed alsof het opereert in een sociaal vacuüm en niets met politiek te maken heeft. Toch opvallend voor een organisatie die nota bene is opgericht om vrede en verzoening over de wereld te promoten.
Als tweede strategie hanteren IOC en FIFA het verkondigen van ronkende retoriek, waar zij vervolgens geen enkele verantwoording over afleggen. FIFA stelt: het WK in Zuid-Afrika gaat leiden tot economische ontwikkeling en nationale eenheid. Ik heb hard gezocht, maar geen enkel wetenschappelijk onderzoek kunnen vinden dat dit optimisme rechtvaardigt. Maar dat maakt FIFA niets uit. Zij noemen hun campagne vrolijk Football for Hope terwijl zij de armen geen enkele toegang geven tot het evenement.
De geslepen FIFA zorgt gewoon dat ze nooit op hun uitspraken afgerekend kunnen worden. Hoe? Heel eenvoudig. Ze hebben het officiële bidbook, met daarin de oorspronkelijke en concrete doelstellingen, spoorloos laten verdwijnen. In de normale mensenwereld heet dit fraude.
Dit gedrag moet stoppen. IOC en FIFA kunnen zich niet verschuilen achter het argument ‘dat ze maar een sportorganisatie zijn’. Dat zijn ze namelijk niet. Zij hebben meer leden dan de VN en beschikken over enorme macht. Hun producten hebben gigantische invloed op de publieke sfeer, zoals de keuzen in nationale en lokale budgetten. Het WK verplicht Zuid-Afrika tot een investering van bijna 50 miljard euro in stadions, vliegvelden en toegangswegen. Geld dat dus niet gaat naar gezondheidszorg en onderwijs. Daarnaast hebben IOC en FIFA de kans om wantoestanden op de agenda te zetten, zoals in China en Rusland. Het is niet langer aanvaardbaar dat deze machtige organisaties hun kop in het zand steken en geen verantwoording afleggen.
Maar zelfs de anti-monopolist Kroes kan niet van zich afbijten richting IOC en FIFA. Internationale organisaties als de EU, en ook de VN, hebben nauwelijks greep op de sportwereld. Individuele landen kunnen IOC en FIFA juridisch niet aanpakken. Bovendien zijn ze vaak als de dood ruzie te krijgen met de grootmachten. Voor je het weet verliest Nederland bijvoorbeeld stemmen om het WK voetbal in 2018 of de Olympische Spelen in 2028 binnen te halen - door een te kritische opstelling. Om dezelfde reden kunnen NOC*NSF en KNVB, lid van respectievelijk IOC en FIFA, hardop geen kritiek uiten.
De strijd moet dus buiten de politiek en de leden van FIFA en IOC om geleverd worden. De tegenmacht wordt nu vooral gevormd door kritische beschouwingen van wetenschappers, documentairemakers en cabaretiers. Ons geblaf dus. Maar we moeten erkennen dat deze tegenstand vaak vluchtig, hype-gevoelig en –uiteindelijk- zonder succes is.
Het is tijd dat kritische journalistieke en wetenschappelijke krachten en belangengroepen zich verenigen om dwingende invloed op de monopolisten uit te oefenen. Zo’n verbond moet een dynamische, internationale waakhond zijn met scherpe tanden. Die FIFA en IOC dwingt publieke verantwoording af te leggen. Amnesty International en Greenpeace mogen daarbij best als voorbeeld dienen. Graag zelfs, we moeten de lat hoog leggen.
De waakhond moet er voor zorgen dat sociale kansen rondom mega-evenementen in landen als Zuid-Afrika, Brazilië en Rusland benut gaan worden. Want die kansen zijn er volop. De KNVB, met een sociaal project in de meest criminele wijk van Johannesburg en de Duitsers met vele projecten in arme afgelegen gebieden, laten zien dat het kan. Als een sportorganisatie maar reële verwachtingen wekt én waarmaakt.
Dat laatste krijgen we, in het geval van de monopolisten FIFA en IOC, alleen voor elkaar met een waakhond die niet alleen blaft, maar ook bijt als het nodig is. En in elk geval het bidbook streng bewaakt.
Frank van Eekeren is als senior adviseur/ onderzoeker verbonden aan de Utrechtse School voor Bestuur- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht.