Stephen Coleman is hoogleraar Politieke Communicatie aan de Universiteit van Leeds. Voorheen was hij directeur van het Hansard e-democratie-programma en docent Media & Communicatie aan de London School of Economics. Momenteel is hij wetenschappelijk directeur van het Institute for Communications Studies en co-directeur bij het centrum voor Digitaal Burgerschap. Coleman heeft veel geschreven over de relatie tussen digitale media en burgerschap, zoals The media and the public (2010) en The Internet and Democratic Citizenship (2009). In 2003 publiceerde Stephen Coleman namens de Hansard society een rapport onder de titel ‘A Tale of Two Houses’ waarin aan de hand van o.a. het reality TV programma Big Brother een analyse werd gemaakt van politiek engagement onder Britten. Uitgangspunt daarbij was om te achterhalen waarom de kloof tussen de politiek en het publiek in Groot-Brittannië laatste jaren enorm lijkt te zijn toegenomen.
Om beter inzicht te krijgen in dit proces werd er voor dit onderzoek een vergelijking getrokken tussen het Big Brother publiek en de ‘political junkies’, mensen die de ontwikkelingen binnen het Lagerhuis op de voet volgen. Voor Coleman staan deze ‘huizen’ symbool voor twee totaal verschillende planeten. Televisiekijkers die Big Brother volgen zijn weinig geïnteresseerd in politiek, hechten belang aan authenticiteit, transparantie en zijn betrekkelijk tolerant jegens andere levensvormen. De ‘political junkies’ die zich in de House of Commons ‘begeven’ zijn daarentegen afstandelijk, beheerst en zeer kritisch over een fenomeen zoals Big Brother. De studie van Coleman reflecteert op de sociale kenmerken, percepties en overtuigingen van die twee 'stammen' en concludeert dat er uit reality TV lessen kunnen worden getrokken voor de politiek. Want als ‘The Tale of two houses’ ergens over gaat, dan is het wel over onvermogen tot goede communicatie. Om deze kloof te dichten is het volgens Coleman belangrijk dat de politiek haar controleerbaarheid vergroot, het electoraat door middel van interactiviteit meer controle krijgt, en dat het wederzijdse respect tussen de twee kampen zich verbetert. Alleen op deze manier zijn we volgens Coleman in staat ‘to liberate politcal democracy from its current cultural ghetto’.