Prikkelen doet Slavoj Zizek graag. Zo noemde hij vegetariërs eens ‘gedegenereerde wezens, die in apen zullen veranderen’. Toch is de Sloveense filosoof innemender dan een gladde Fransman als Jacques Derrida. Qua uiterlijk heeft Zizek (spreek uit ‘zjiezjek’) wel iets van de Nederlandse acteur Jack Wouterse, wat zijn imago als rock-’n-rollfilosoof ten goede komt: hier spreekt geen kamergeleerde, maar een mens van vlees en bloed. Meestal met wallen onder zijn ogen, alsof hij de hele nacht in bed heeft liggen nadenken – maar het kan ook komen door een doorwaakte nacht met zijn vrouw, het Argentijnse fotomodel Analia Hounie, die hij in 2003 tegenkwam tijdens een lezing in Argentinië.
In de nieuwjaarsaflevering van Tegenlicht reageert de Sloveense denker Slavoj Zizek, ‘de Elvis van de cultuurtheorie’, op fragmenten uit recente en komende uitzendingen.
Hoe zij voor hem gevallen is, wordt duidelijk als je Zizek ziet praten. Hij is een geestig spreker en zijn eigenzinnige observaties zijn meestal zo raak als eigenzinnige observaties kunnen zijn. Die gaan, met een filosofische bril, over onderwerpen als toiletten in Duitsland, Frankrijk en Amerika (volgens Zizek typerend voor de ideologie van een land) of het fascistische substraat van The Sound of Music: die film is in de ogen van Zizek tegelijk een verhaal over verzet tegen de nazi’s als, op een subtieler niveau, een sprookje dat met zijn idealisering van het Oostenrijkse plattelandsleven appelleert aan onze ‘geheime fascistische dromen’.
Zizek (1949) wordt wel het ‘denkbeest van Ljubljana’ genoemd, maar zijn Franse achtergrond is belangrijker dan zijn Sloveense. Als jongeman studeerde hij enige tijd in Parijs, waar hij de psychoanalytische cultuurtheorie van Jacques Lacan ontdekte. Met diens begrippenapparaat gaat hij nu eigentijdse verschijnselen als cyberspace en virtual reality te lijf. Ook is hij een filmfanaat, die boeken schrijft als Everything You Wanted to Know about Lacan... But Were Afraid to Ask Hitchcock.
In Tegenlicht wordt vooral de politieke denker Zizek aan het woord gelaten. Het programma zette hem tussen negen videoschermen en liet hem reageren op fragmenten uit recente en komende uitzendingen van Tegenlicht. ‘We laten Zizek reflecteren op de wereld van nu,’ zegt programmamaker Chris Kijne, ‘bijvoorbeeld door hem een fragment van Berlusconi te laten zien. Hij kan daar onmiddellijk iets geniaals over zeggen. Zizek is als spreker ongelofelijk scherp en toegankelijker dan hij soms als schrijver is.’
Ook Marx is een belangrijke inspiratiebron voor Zizek, die als een van de weinige denkers nog ronduit links durft te zijn. Om hem een communist te noemen gaat te ver, al riep hij bij een recent optreden in Nederland met veel gevoel voor provocatie: ‘We communists are back!’ Bovenal is hij een criticus van links, dat volgens Zizek zijn principes verkwanselt en zich al te makkelijk neerlegt bij het ‘einde van de ideologieën’. Sinds het mislukte staatssocialisme in het Oostblok is ‘communisme’ een vies woord geworden, maar het kapitalisme deugt volgens Zizek evenmin. Hij pleit voor een nieuwe bevraging van beide systemen.
Het wordt een pittige uitzending, belooft Kijne: ‘Zizek reageert fel op beelden van het Roemeense parlement onder Ceausescu. Maar even fel is hij over China, waar volgens hem een kapitalistische wildgroei plaatsvindt.’ De westerse vrije-marktideologie, stelde Zizek al lang voordat de crisis uitbrak, is niet houdbaar. In Tegenlicht vertelt hij wat er dan wel moet gebeuren. ‘We hebben hem vier vraagstukken voorgelegd. De economische crisis, de ecologische crisis, de veiligheidscrisis en de crisis van de democratie. Daarbij geeft hij linkse antwoorden, maar ik ga niet verklappen welke.’
Door Colin van Heezik