Maar er worden nog veel meer oliedollars overgemaakt aan Frankrijk. Met de deal is in totaal 1,3 miljard dollar gemoeid. 747 miljoen dollar is betaald voor kunstuitleningen, speciale tentoonstellingen en ‘management advies’. Daarnaast heeft Abu Dhabi toegezegd 32,5 miljoen dollar te doneren aan het Louvre, voor restauratie van een bepaalde zaal. Ook financiert Abu Dhabi de restauratie van het theater van Château de Fontainebleau, dat voortaan de naam zal dragen van Sheikh Zayed Bin Sultan Al Nahyan, de vorige president van de VAE. Tot slot wordt met de oliedollars ook een nieuw Frans onderzoeksinstituut voor kunst opgericht.
ELITE
Voor wat hoort wat, schreef The New York Times vorig jaar. De krant legt een verband tussen de ondertekening van dit verdrag, in maart 2007, en de aankoop door de VAE van 47 Franse airbusvliegtuigen en van naar schatting tien miljard dollar aan Franse wapens, besteed in de afgelopen tien jaar. Vorige maand kocht vliegtuigmaatschappij Etihad uit Dubai er nog eens 55 airbussen bij, ter waarde van 11 miljard dollar. Daarmee telt de vloot van Etihad, dat pas vijf jaar bestaat, in totaal 104 airbusvliegtuigen. Inderdaad gaat het om bedragen waar menig ministerie van Economische Zaken de champagnekurken om zou laten knallen. Maar de VAE geven wel vaker zulke grote bedragen uit, ook in landen die geen Louvre hebben.
Zoals Dubai wereldwijd de aandacht op zich wist te vestigen met de bouw van architecturale hoogstandjes als de Palmeilanden en het Burj Al Arab, het enige zevensterrenhotel ter wereld, zo lijkt ook Abu Dhabi nu een manier te hebben gevonden.
De twee emiraten voeren een concurrentiestrijd; de Abu Dhabi’s vinden Dubai met z’n enorme shoppingmalls en vele imitaties maar goedkoop en ordinair. Door de naam Louvre aan zich te koppelen, weet Abu Dhabi in één klap de ogen van de Westerse elite op zich gericht. Dat is precies de bedoeling: met Saadiyat Eiland mikt Abu Dhabi op die elite, die Dubai niet aan zich weet te binden.
De Verenigde Arabische Emiraten zijn een toenemende factor van betekenis in de wereld en willen ook als zodanig worden erkend. Zoals oud-diplomaat Kishore Mahbubani, vorige week te gast in Tegenlicht, schrijft in zijn boek The New Asian Hemisphere: The Irresistible Shift of Global Power to the East: de machtsverhoudingen in de wereld verschuiven, en het Westen kan zich daar maar beter rekenschap van geven.
Wat dat betreft loopt Frankrijk, dat altijd uiterst behoudend en beschermend optrad ten aanzien van de eigen cultuur (met vergaande maatregelen om bijvoorbeeld de Amerikaanse invloed op film en muziek te beperken), nu ineens voorop. Het Frans-Arabische verdrag toont en nieuwe bereidwilligheid om de eigen cultuur te exploiteren voor politieke en economische doeleinden. Frankrijk richt de blik naar buiten. Ook het optreden van de nieuwe president, Sarkozy, die overal in de wereld opduikt en zich nadrukkelijk bemoeit met internationale aangelegenheden, straalt dat uit.
TROTS
Wat de betekenis ervan ook is, in Frankrijk werd het verdrag met Abu Dhabi toch vooral gevangen in termen van ‘verkwanseling van Frans erfgoed’, met als hamvraag natuurlijk of we straks naar een emiraat moeten om ‘onze’ Mona Lisa te zien. Jean Clair, oud-directeur van het Parijse Musée Picasso, aanvoerder van de protestbeweging had het in Le Figaro zelfs over ‘de overlijdensakte van het museum zoals we dat hebben gekend, geboren in de Revolutie, kind van de Verlichting en van de Natie.’
Overigens is het niet de eerste keer dat het Louvre op grote schaal kunst uitleent. Onlangs vond een zeer grote uitwisseling plaats met het relatief onbekende High Museum in Atlanta: 185 werken werden drie maanden verhuurd, voor 13 miljoen euro. Ook daarvoor incasseerde het Louvre veel kritiek. Wat in de Amerikaanse museumwereld, waar geld beslist geen vies woord is en sponsoring business as usual, heel gewoon is, is nieuw voor de Fransen. Onwennigheid is duidelijk een factor van betekenis in deze discussie. Gebeten hond was vooral de Franse minister van Cultuur, Renaud Donnedieu de Vabres, die persoonlijk zijn zwierige naam zette onder het verdrag. In een poging de kritiek de mond te snoeren, verklaarde hij dat er geen sprake is van het verkopen van Frans erfgoed. ‘Wij willen onze cultuur uitdragen in delen van de wereld waar die wordt gewaardeerd. We zijn trots dat Abu Dhabi het Louvre naar zich toe wil halen. Het is niet onze bedoeling om cultuur te veranderen in een consumptieproduct.’ Maar de critici bleven sceptisch.
AMBITIE
Intussen zijn we een jaar verder. De eerste stappen zijn gezet: de bouwtekeningen van Jean Nouvel, eerder dit jaar bekroond met de belangrijke Pritzker Prijs voor Architectuur, zijn klaar, de maquettes staan. Daarop ziet het Louvre Abu Dhabi eruit als een vliegende schotel die op onbekend terrein is geland – symbolischer kan haast niet. Een streefdatum waarop de bouw moet beginnen, is er ook: eind 2009, begin 2010. Die informatie komt van Bruno Maquart, spin in het web van het hele project en de enige die te allen tijde van alles op de hoogte is. Want de belangrijkste stap op weg naar de totstandkoming van het museum, is de oprichting juli vorig jaar van het Agence France-Muséums, waarvan Maquart (44), oud-directeur van het Centre Pompidou, algemeen directeur is. Hij lijkt de aangewezen persoon om de tussenstand eens op te nemen, en meer te weten te komen over het hele project.
‘Het Agence France-Muséums is een kleine organisatie waarin alle partijen samenkomen,’ legt Maquart vanuit zijn woonplaats Parijs. ‘Dat zijn twaalf grote Franse museale instellingen, o.a. het Château de Versailles, het Musée d’Orsay, de Bibliothèque Nationale de France, het Centre Pompidou en als belangrijkste het Louvre.’ Allemaal zijn ze betrokken bij de plannen, en samen bepalen ze straks, met de Emirati’s, het gezicht van het nieuwe Louvre, de aard van de collectie en het soort tentoonstellingen dat er zal plaatsvinden. Allemaal ook zullen ze werken uitlenen.
UITHANGBORD
Maquart is de go-between tussen de sjeiks en de Franse overheid aan de ene kant en de twaalf musea aan de andere kant. Hij is uithangbord en diplomaat tegelijk – vooral dat laatste, merken we tijdens het gesprek.
‘Het hart van het Agence wordt gevormd door onze denktank. Wat laten we straks zien, op elke manier en vanuit welke ideeën, dat zijn de vragen waar we ons mee bezighouden. Een museum is allereerst een boodschap, en een ambitie. Het is veel meer dan alleen maar schilderijen aan de muur hangen.’ Zijn huidige functie verschilt in wezen niet zo veel van zijn vorige als museumdirecteur, vindt hij. ‘Ook hier gaat het er om dat we bezoekers het beste resenteren dat we hebben, op de best mogelijke manier.’
Een groot deel van zijn tijd besteedt Maquart aan reizen. ‘We bezoeken musea wereldwijd, om ideeën op te doen en te bespreken hoe een museum in de 21ste eeuw er uit moet zien. Om een indruk te geven: onlangs waren we bij het Zentrum Paul Klee in Bern, het Guggenheim Bilbao, en het Reina Sofia en het Prado in Madrid. We zijn weloverwogen in dialoog met de internationale museumwereld. Onze zorg is dat het Louvre Abu Dhabi een museum van internationale allure wordt, dat past in de internationale museumwereld en daarin zijn plaats vindt. Het is een Frans project, maar ook universeel.’
Het Louvre Abu Dhabi is uniek. Wat is volgens Maquart de betekenis ervan? ‘Zo uniek is het niet. In de internationale museumwereld is uitwisseling tussen musea en tussen landen onderling heel gebruikelijk. Stukken reizen voortdurend de wereld over, soms jarenlang. Wel uniek is de tijdsspanne van dertig jaar die ermee gemoeid is. Dertig jaar, dat is een generatie. Het is interessant dat Frankrijk de kans krijgt de Verenigde Arabische Emiraten op dit traject te begeleiden gedurende een hele generatie. Dat biedt grote kansen, bijvoorbeeld op het gebied van educatie.’
WAARDEN
Met de Mona Lisa in gedachten vragen we welke werken er komen te hangen? ‘Het is veel te vroeg om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen. In dat stadium zijn we nog lang niet. Het wordt een moeilijke puzzel. Het wordt in elk geval een museum dat zich gaat richten op een eigen collectie.’ Wel kan hij ingaan op de vraag wat voor soort museum het wordt. ‘Een universeel museum, in een regio die bezig is zijn rol in de wereld te vinden en die zich bevindt op het scharnier van twee werelden, de Westerse en de Oosterse, en ze met elkaar verbindt. En een museum dat grenzen overschrijdt – zoals dat ook in moderne westerse musea gebeurt. Het Louvre Abu Dhabi moet daarbij geschikt zijn voor een publiek dat niet noodzakelijkerwijs over de sleutel beschikt om een collectie zonder meer te begrijpen, en dat misschien niet is opgevoed met de notie van kunst. Het is, kortom, een project dat aan een ongelooflijk gevarieerd publiek een indruk moet geven van wat de mens heeft bereikt, sinds hij op aarde kwam.’
Het is duidelijk: de ambities van Abu Dhabi zijn veilig in Franse handen. Het moet wel raar lopen, wil het Louvre Abu Dhabi een platte kopie worden van het origineel, of een ordinaire kunstmall. Wat is Maquarts reactie op alle Franse kritiek? ‘We moeten niet vergeten, dat het de Emirati’s zijn, die naar ons toekwamen, niet andersom. Zij hebben Frankrijk benaderd met het idee voor een museum, dat past in hun lange-termijnstrategie op het gebied van cultuur en educatie. Onderwijs is erg belangrijk voor de Emiraten.’ Inderdaad verrees de afgelopen jaren in korte tijd de ene universiteit of hogeschool na de andere, de lijst groeit nog altijd. Maquart: ‘Het Louvre Abu Dhabi moet een rol gaan spelen bij de overdracht van kennis, kunst en cultuur. Een museum is toch allereerst een instituut dat waarden overbrengt. We bevinden ons hier niet op het gebied van het spectacle.’
Uit: VPRO Gids Nr. 36 2008