Marije Meerman, regisseur van de documentaire Jong in China/I Wanna Be Boss, hield tijdens haar verblijf in China een productiedagboek bij. Lees hier over de dagen voor, tijdens en na het grote examen.

HET AFTELLEN - 5 juni 2008

Het is een broeierige dag wanneer we aankomen bij de Bashu middelbare school # 2 in een buitenwijk van Chongqing. Deze stad, met dertig miljoen inwoners, is gelegen in een weelderig heuvellandschap, daar waar de Yangtze en de Jialing rivieren elkaar ontmoeten in Midden-China.

Het schooljaar komt tot een einde. Sinds het begin van dit jaar filmden we de laatste klas van de middelbare school, de ‘Senioren 3’. Er ontbreken enkel twee dagen voor de start van het Nationale Toelatingsexamen. Tien miljoen Chinese pubers zullen het onderste uit de kan halen om een zo hoog mogelijke uitslag te behalen. Deze uitslag zal niet alleen bepalen naar welke universiteit ze gaan, maar ook of ze überhaupt wel toegelaten zullen worden. Er is enkel plaats voor 40 procent van de deelnemers.

Tijdens de opnames zijn we als de dood om onze hoofdpersonen Zhang Lie, Chen Zhibo, Gao Mengjia en Peng Kun te storen. Onze aanwezigheid zou wel eens een negatieve invloed kunnen hebben op hun examenuitslagen. Na twaalf jaar bloed, zweet en tranen en de economische opoffering van de ouders om hun kinderen naar school te kunnen laten gaan, willen we geen roet in het eten gooien. We proberen dus zo zachtjes en onopvallend mogelijk door de gangen van de school te sluipen. Met ons westerse uiterlijk is dit bijna onmogelijk, maar na zoveel bezoekjes aan de school lijken de meeste kinderen wel gewend te zijn geraakt aan onze aanwezigheid. Zelfs de leraren gunnen ons tegenwoordig een glimlach, in tegenstelling tot de bezorgde blikken die we afgelopen april nog van ze kregen.

De opschudding rondom de Olympische fakkel in Parijs en Londen hadden een grote invloed. De studenten wilden precies weten wat ons standpunt in dit debat was. De leraren, vooral de ouderen die de Culturele Revolutie hebben meegemaakt, keken ofwel boos ofwel angstig onze kant op. In de lerarenkamer zei niemand iets tegen ons. Het leek alsof wij niks meer goed konden doen. Wachtende ouders op het schoolplein duwden krantenartikelen met foto’s van de Olympische fakkel voor onze cameralens, waardoor onze shots verpest werden.

Deze keer geen woede, maar nerveus giechelende studenten om ons heen, naarstig op zoek naar wat afleiding. Op prikborden in de gang hingen foto’s van de aardbeving en lijsten met de hoeveelheid opgehaald geld voor de slachtoffers. De aardbeving vond enkel 290 kilometer van Chongqing plaats. Al raakte in Chongqing niemand gewond, de beving werd hier wel gevoeld. De school werd geëvacueerd en iedereen moest de rest van de dag buiten blijven. Aangezien de grond een lange tijd naschokte, moesten zelfs na twee weken nog kinderen hun kussens en dekens verhuizen van de slaapvertrekken naar de gymlokalen om daar de nacht door te brengen.

HET LAATSTE OORDEEL - 7 juni 2008

Na drie jaar van onderzoek doen, filmvoorstellen schrijven, fondsen binnenhalen en filmen, is het dan eindelijk zover: het tweedaagse examen waar het in onze film om draait gaat eindelijk beginnen. Aan auto-eigenaren in Chongqing werd door de regering gevraagd om niet de weg op te gaan voor 9 uur ’s ochtends en ook alle bouwwerkzaamheden in deze stad, die op één grote bouwput lijkt, werden stilgelegd. Dit alles om de studenten niet te storen tijdens het examen.

Als we voor de hoofdingang van de school klaar staan om te filmen komt er een gigantische stortregen opzetten. Binnen tien minuten zijn we tot op het bot doorweekt en binnen vijfenveertig minuten begeeft onze geluidsapparatuur het. We snellen naar onze hotelkamer om de apparatuur en onze kleding met een föhn droog te blazen, erop hopende alles weer aan de praat te krijgen voor de lunchpauze. Al snel wordt echter duidelijk dat er nieuwe geluidsapparatuur vanuit Beijing overgevlogen zal moeten worden. Tot die tijd zullen we moeten improviseren.

De kinderen lijken zichzelf maar net bij elkaar te kunnen houden. Sommigen beven, maar de meesten lijken blij dat het einde in zicht is. Het is echter onmogelijk voor hen te denken over wat er zal gebeuren als dit alles achter de rug is. Ze kunnen zich onmogelijk voorstellen hoe het zal zijn om niet elke ochtend om 6:30 uur op te staan en in de schoolbanken te zitten van 7:10 uur tot 22:30 uur. Zes dagen per week. Zonder toegang tot de computer, geen feestjes, geen buitenschoolse activiteiten en nauwelijks sport.

De meeste ouders hebben een hotelkamer in de buurt van de school gehuurd. Tijdens de examenuren wachten ze in de hotellobby tot het tijd is om hun kinderen uit school te halen. Tot aan het volgende examen leggen ze hun kinderen zoveel mogelijk in de watten.

DE DAG ERNA - 9 juni 2008

Zhang Lie, één van de hoofdpersonen uit de documentaire en met de uiterlijke kenmerken van een meisje op een propaganda poster uit Mao’s tijd, lijkt niet te weten wat ze moet doen.

Voor het examen had ze verwacht heel blij te zijn als het allemaal afgelopen was. Nu voelt ze zich leeg en heeft ze geen zin om te feesten. We proberen een liedje voor haar te zingen en maken een klein dansje op straat; alleen een zwakke glimlach verschijnt op haar bleke gezicht. Het enige waar ze op dit moment aan kan denken is alleen zijn, misschien naar een boekwinkel te gaan of wat rond te dwalen.

We vergezellen haar naar het felverlichte centrum van de stad, wat een scherp contrast vormt met de krappe klaslokalen aan de rand van de stad. We drinken koffie en limonade samen. Wanneer we elkaar gedag zeggen vraagt Rik, onze geluidsman, aan Zhang Lie of ze hem een ding wil beloven: Kan je me alsjeblieft een kaart sturen als je de president van China bent?

Marije Meerman, regisseur van Jong in China/I Wanna Be Boss

(Deze tekst is uit het Engels vertaald. Zie voor de originele teksten de links hiernaast)