Zowel het begrip ‘Rijnlands’ als ‘Angelsaksisch’ model werd in 1991 geïntroduceerd door de voormalig directeur van het Franse Planbureau Michel Albert. In tegenstelling tot de destijds populaire visie over ‘het einde van de geschiedenis’ meende Albert dat de strijd tussen de systemen niet voorbij was na de val van de muur. In het boek ‘Capitalisme contre capitalisme’ (1991) beschreef hij de twee modellen als elkaars tegenhanger die om de gunsten van bedrijven en de politiek streden. Albert introduceert het Rijnlands model als ‘caring capitalism’, het kapitalistisch model dat sociale waarden belangrijk vindt. Het Angelsaksische kapitalisme breekt volgens hem de sociale voorzieningen af, vergroot inkomensverschillen en werkt kinderarbeid in de hand.
Het Rijnlands model heeft zijn oorsprong, zoals de naam al doet vermoeden, vooral in Noord- en West Europa: Duitsland, de Benelux, Zwitserland, Oostenrijk en Scandinavië. Maar ook Japan wordt wel gezien als een voorbeeld van dit model. Zoals ieder model is het Rijnlands model een ideaaltype; in zijn zuivere vorm zul je het zelden ergens tegenkomen en de uitingsvormen verschillen per land behoorlijk.
Enkele kernbegrippen zijn het denken in termen van gemeenschap, overlegstructuren, maatschappelijk verantwoord ondernemen en lange termijn perspectief. Maar net als de tegenhanger het Angelsaksisch model, behelst het niet alleen een idee over de manier van bedrijfsvoering maar ook over de opstelling van de overheid en de bredere inrichting van de maatschappij. Waar het Angelsaksisch model vooral een laissez faire mentaliteit nastreeft, ziet het Rijnlands model meer heil in actieve bemoeienis van de overheid. Een sociale verzorgingsstaat die in samenwerking met werkgevers en werknemers naar consensus zoekt. Het idee is dat de economie het beste functioneert in een klimaat van samenwerking, goed onderwijs, sociale zekerheid en stabiliteit. Door middel van de gemoedsrust van de verzorgingsstaat en compromis kunnen dreigende sociale conflicten worden afgekocht.
Kort door de bocht wordt wel gesteld dat het Rijnlands Model zich richt op de drie P´s Profit, People én Planet. Terwijl het Angelsaksiche model zich slechts zou bekommeren om Poen, Pecunia en Pegels.
De ‘zeven gulden regels’ van het Rijnlands model zijn rechts te vinden in het ‘sociaal kapitalistisch manifest’. Hier is ook een vergelijking te vinden tussen het Rijnlands model en het Angelsaksisch model met overzichtelijke tabellen.
In het kader van de opnieuw losgebarsten strijd tussen de systemen presenteert Tegenlicht komende tijd verschillende uitzendingen rond dit thema.
Op 9 februari ‘Singapore Inc.’over een van de andere modellen die meedingen in de strijd: het door China overgenomen autoritair kapitalisme van het Singapore model.
16 Februari wordt er met Martha Nussbaum en haar studenten een filosofisch licht geworpen op markt en moraal in ‘De Chicago Sessies’.
Tenslotte zal in de uitzending ‘Worlds Next Supermodel’ op 23 februari de final battle tussen verschillende systemen plaatsvinden.