Case van Brett Reynolds
Naar aanleiding van een gesprek wat Brett had met zijn huisbaas vraagt hij zich af hoe het zit met de ethische kant van de huizencrisis. In dit gesprek wat Brett met zijn huisbaas had noemde die het namelijk een groot voordeel dat er zo een grote leegstand was waardoor de huizenprijzen bleven dalen. Hierdoor kon hij het aantal huizen dat hij bezat eenvoudigweg vergroten met het kleine vermogen dat hij had. Wanneer de huizenprijzen op den duur zouden gaan stijgen zou het vermogen van de huisbaas toenemen. Brett kijkt naar de ethische bezwaren die aan deze manier van profiteren kleven. Zou de overheid er meer aan moeten doen om de leegstand te voorkomen, zodat huishoudens met een te hoge hypotheek in hun woning kunnen blijven, of is dit de vrije marktwerking waarvan de huisbaas profiteert?
Case van Pier Piersen
Pier voelde zich aangegrepen door het verhaal van de arbeiders van de Republic Windows fabriek. Door de forse bezuinigingsmaatregelen die het bedrijf moest doorvoeren dreigden 250 mensen hun baan te verliezen. Met het massaontslag in het verschiet werden ook nog eens de lonen alsmede de ziekenfondsbijdrage en het vakantie geld niet uitgekeerd. Ondanks de wettelijke verplichting om na een periode van maximaal zestig dagen tot uitbetaling over te gaan bleef Republic Windows in gebreke. Dit kwam mede doordat de door Republic Windows aangevraagde kredietverruiming door hun bank Bank of America werd afgewezen. Deze afwijzing zorgde voor veel onbegrip bij de Amerikanen omdat kort daarvoor de Bank of America een ‘bail-out’ van de overheid had gekregen, juist om dergelijke kredietverruimingen te kunnen verstrekken. De Republic Windows arbeiders besloten hierop hun eigen fabriek te bezetten en kregen – tot hun eigen verbazing – uit alle lagen van de samenleving steunbetuigingen voor hun acties. Hoewel de arbeiders wel hun baan verloren, kregen zij uiteindelijk wel hun geld. Hoe ver mogen werknemers in deze periode van financiële crisis gaan om hun recht te behalen?
Door: Mitsuko Teiwes