Deze streek, voornamelijk bevolkt door Armeniërs, verklaarde zich gelijktijdig met Azerbeidzjan onafhankelijk, maar verviel eerst aan Azerbeidzjan en daarna voor een groot deel aan Armenië. Nog steeds is niet duidelijk hoe de grens precies loopt. De conflicten hebben ervoor gezorgd dat een half miljoen mensen uit die omgeving op de vlucht geslagen zijn en in erbarmelijke omstandigheden in vluchtelingenkampen elders in Azerbeidzjan leven.
De Azeris leven in een clancultuur die ook bepalend is voor het politieke landschap in Azerbeidzjan. In 1993 werd Geider Alijev, een oude apparatsjik uit de Sovjettijd, tot president verkozen. Omdat hij sterke banden had met de twee belangrijkste clans binnen Azerbeidzjan, de Nakhichevanis en de Yerazi, wist hij de rust in het land te herstellen. Hij regeerde met strakke hand en liet weinig ruimte voor democratie en vrijheid. Tot de verkiezingen van 2000/2001 genoot de regeringspartij (YAP) een absolute meerderheid van de stemmen. Bij die verkiezingen werd weer een overwinning behaald, maar die werd internationaal als twijfelachtig beschouwd. Vlak voor de verkiezingen in 2003 werd president Geider Alijev ziek en schoof hij zijn zoon, Ilham Alijev naar voren als opvolger. In december 2003 overleed de oud-president. Zijn zoon boekte een monsterzege met 77% van de stemmen en werd na de verkiezingen als president geïnstalleerd. Maar ook de zuiverheid van deze uitslag werd internationaal betwijfeld.
Toch leefde er hoop in de intellectuele kringen in Azerbeidzjan dat Ilham Alijev een iets verlichtere kijk op het besturen van de republiek zou hebben dan zijn vader. Ook internationaal ging die hoop leven toen Azerbeidzjan zich aansloot bij de Raad van Europa. Maar na zijn installatie als president heeft Ilham Alijev daar nog weinig van laten zien. De recentste parlementaire verkiezingen in 2005 hebben aangetoond dat er in het bestuur van het land niet veel veranderd is. De Raad van Europa en de OCSE die toezagen op de verkiezingen, hebben aangegeven dat deze een gemiste kans zijn voor een goed functionerend democratisch apparaat.
==De oppositie
De oppositiepartijen in Azerbeidzjan zijn ten tijde van de parlementsverkiezingen in 2005 grofweg in twee kampen te verdelen. Aan de ene kant vinden we Azadliq (Vrijheid), bestaande uit drie oppositiepartijen. De Musavat partij, de Democratische Partij en de progressieve tak van de Azerbaijan Popular Front Party (AHCP). En aan de andere kant de New Politics Bloc, waaronder de Movement for National Unity, de National Independence Party of Azerbaijan, de Civil Forum for the Sake of Azerbaijan en de Azerbaijan Social Democratic Party. Daarnaast maakt ook de Liberale Partij van Azerbeidzjan deel uit van de oppositie.
De Musavat Partij is één van de grootste opponenten. De groepering vindt zijn oorsprong in de Azerbeidjaanse Democratische Republiek van 1918-1920. In eerste instantie verkondigt de partij nationalistische, pan-Turkse en pan-islamistische standpunten, maar ontwikkelt zich al snel in seculiere richting. Binnen de partij tekent zich voorts een discussie af tussen nationalistische en liberale voorstanders. Uiteindelijk krijgt het liberale gedachtegoed de overhand, vooral ingegeven door het liberale leiderschap van Isa Qambar.
Een andere bepalende partij is het Azerbaijan Popular Front (AHCP). Het AHCP is opgericht om nationale onafhankelijkheid te bereiken. Toenmalig voorman Elchiby werd tot president verkozen tijdens de eerste democratische verkiezingen in 1992. Maar zijn leiderschap eindigt al snel door de coup d’etat van Alijev in 1993. Als Elchiby vervolgens wordt verbannen krijgt de liberaal Ali Kerimli binnen de partij het heft in handen. De conservatieve vleugel blijft echter achter Elchiby staan. Tot op de dag van vandaag bestaat er een tweedeling binnen de AHCP, met Kerimli aan het progressieve en Mirmahmud Mirali-Oglu (voorman na dood van Elichby in 2000) aan het conservatieve roer.
Na de parlementaire verkiezingen van november 2005 spraken de oppositiepartijen zich uit tegen de uitkomsten daarvan. Zij wisten zich hierbij gesteund door internationale waarnemers. In tien kiesdistricten werden de verkiezingsuitslagen nietig verklaard. Op 13 mei zouden daar opnieuw verkiezingen worden uitgeschreven. De oppositie was echter niet tevreden met dit resultaat en organiseerde in de loop van november een aantal demonstraties. Deze werden gewelddadig door de politie uit elkaar geslagen.
Op 26 november 2005 stond opnieuw een demonstratie gepland. Het moest de nieuwe gekleurde revolutie worden. Maar de twee voormannen van Azadliq, de belangrijkste kracht achter de demonstraties, werden het niet eens over het verloop van de dag. Terwijl Ali Kerimli (AHCP) de demonstranten opriep tenten op te slaan en voet bij stuk te houden, zag Isa Qambar (Musavat) geen heil in een voortzetting van de demonstratie. Hij was bang dat de demonstratie gewelddadig uit elkaar geslagen zou worden en dat mensen daarna niet meer de straat op zouden durven. Dit was ook wat feitelijk gebeurde.
Maar bij deze onenigheid tussen de twee kopstukken van de Azadliq bleef het niet. Nadat het nieuwe Parlement internationaal werd erkend besloot de Musavat partij het Parlement niet verder te boycotten en mee te doen aan de verkiezingen die gepland stonden voor 13 mei 2006. Het AHCP wilde zich echter niet neerleggen bij de situatie en bleef het Parlement als onrechtmatig bestempelen. Dit leidde begin februari 2006 tot een scheuring in het Azadliq blok. De Musavat partij trok zich terug uit het samenwerkingsverband. Ali Kerimli zei op zoek te gaan naar nieuwe partners voor het blok.
In het rechtermenu links naar pagina's met meer informatie over de politieke situatie in Azerbeidzjan.