Op het moment dat Blaak te horen krijgt dat Tegenlicht de Deense documentaire ‘Halve Waarheden’ gaat uitzenden, reageert zij teleurgesteld. Blaak beweert, net als haar collega-overheidsfunctionarissen in de opnames, dat de film één grote insinuatie is. Steven Ndugga, de Ugandees die in de documentaire wordt gevolgd, spreekt volgens haar absoluut niet de waarheid. “Ndugga heeft in Uganda een gevangenisauto gestolen, bovendien maakt hij deel uit van de rebellengroep UNA”. Of dit wel of niet waar is laten de Deense documentairemakers in het midden. Maar misschien is het verleden van Ndugga ook niet het meest relevante onderwerp van hun documentaire.
Aan de hand van de zoektocht naar de waarheid over Ndugga rijst de vraag hoe democratisch Uganda daadwerkelijk is. Als Blaak wordt gevraagd of een eenpartijstelsel wel voldoende democratische garanties biedt, antwoordt zij dat er sinds het verschijnen van “Halve Waarheden” wel het een en ander is veranderd. “Uganda heeft gekozen voor een meerpartijenstelsel, de oppositiepartij Forum for Democratic Change (FDC) heeft sinds de verkiezingen van 23 februari 2006 ook een plaats in het politieke stelsel”. Maar de kansen voor de oppositie in Uganda worden door vele anderen niet zo rooskleurig voorgesteld als Blaak wil doen geloven. Zo laat Winnie Byanyima (FDC), lid van het Ugandese parlement, in de documentaire weten dat haar politieke activiteit constant wordt gedwarsboomd door de overheid. Blaak zegt veel bewondering te hebben voor Byanyima. “Zij en haar echtgenoot Kizza Besigye (leider van de FDC), hebben actief deelgenomen aan de afgelopen verkiezingen”, aldus Blaak. Besigye’s politieke activiteit is echter niet altijd gewaardeerd. Zo heeft president Museveni zijn opponent Besigye afgelopen jaar gevangen laten nemen wegens hoogverraad. Met andere woorden, de oppositie heeft nauwelijks kans.
Hoe zit het met een andere belangrijke democratische waarde: persvrijheid? De Ugandese media zijn sinds 1993 min of meer door de overheid vrijgelaten, desalniettemin blijft de controle op private radio en televisiestations aanwezig. Ook bij de bewegingsvrijheid van de internationale pers kunnen vraagtekens worden geplaatst. Wanneer de Deense documentairemakers naar Gulu (Noord-Uganda) gaan en daar voormalige kindsoldaten van de Uganda People's Defence Force (UPDF), het Ugandese leger, in een opvangkamp aantreffen, worden zij meteen door de overheid op de vingers getikt. Blaak zegt dat deze reprimande is veroorzaakt door de komst van allerlei journalisten naar het gebied. “Omdat de overheid zich aan deze ‘stormloop’ van de pers heeft geërgerd, is er ingegrepen. Er waren in die tijd heel veel filmploegen die allemaal een bepaalde visie propageerden, dat leidde tot te veel negatieve beeldvorming”.
Blaak zegt dat Uganda de Verklaring van de Rechten van het Kind onderschrijft en zodoende “de UPDF absoluut geen gebruik maakt van kindsoldaten”. Maar waarom beweren de kinderen dan, vol emotie, dat dit wel het geval is? Waarom beweert een van de kinderen dat hij en 250 anderen door het tekenen van een formulier voor scholing uiteindelijk in een militair kamp zijn beland? Waarom vertelt een ander dat hij op blote voeten, tot bloedens toe, moest rennen en medische zorg gelijk stond aan mishandelingen? “Ik zeg niet dat de kinderen op voorhand liegen, maar het is mijns inziens onmogelijk dat zij door het Ugandese leger zijn gerekruteerd. Ik heb de documentaire zelf niet gezien. Maar het is vaak moeilijk voor het leger om in te schatten hoe oud de kinderen zijn, vaak weten ze zelf hun leeftijd niet.”, aldus Blaak.
De gevolmachtigd minister ontkent dus het bestaan van kindsoldaten in het Ugandese leger. Maar hoe zit het dan met de periode van 1981 tot 1986, toen Museveni door middel van zijn guerrillagroep National Resistance Army (NRA, nu de UPDF), aan de macht is gekomen? Vele kindsoldaten hebben hem destijds bijgestaan. Volgens Blaak hebben deze zogenoemde ‘escorts’ Museveni en zijn mannen alleen maar begeleid. “Door de oorlog waren er veel ontheemde kinderen in Uganda, de NRA nam ze mee, maar ze werden niet ingezet in de frontlinies”. Bovendien, zegt Blaak, heb ik veel respect voor de discipline van die kinderen. “Ik was in die tijd zelf in Uganda, een van de mannen van de NRA was mijn echtgenoot. Toen de kadogo’s (kindsoldaten) mij hun wapen toonden, ontmantelden ze die eerst door de munitie eruit te halen, dat vond ik bewonderenswaardig.”. Na 1986 zijn alle kinderen uit de NRA naar school gestuurd, volgens Blaak. “Het leger moest worden verkleind, dus die kinderen waren helemaal niet nodig”.
Internationale organisaties als Amnesty International en War Child maken geregeld melding van de gruwelheden die kindsoldaten van de Lord's Resistance Army (LRA), een paramilitaire rebellengroep in Noord-Uganda, meemaken. “Joseph Kony, de leider van de LRA, wordt gezocht door het internationale gerechtshof in Den Haag”, aldus Blaak. Volgens de gevolmachtigd minister doet Uganda er veel aan om Koty en consorten op te pakken en getraumatiseerde slachtoffers op te vangen. Internationale hulporganisaties staan Uganda in deze missie bij.
Maar de internationale organisaties richten zich inzake Uganda niet alleen op de LRA. Zo heeft Human Rights Watch (HRW) in het afgelopen jaar martelingen in Ugandese gevangenissen aan de orde gesteld. Blaak kan zich hier weinig bij voorstellen. Organisaties als Amnesty International en HRW hebben niet altijd de juiste onderzoeksmethoden, aldus Blaak. Maar mocht er een kern van waarheid in het verhaal van HRW zitten, dan wordt dit in Uganda niet getolereerd. “Wij hebben een wet en die wordt gehandhaafd. Als iemand zich aan dergelijke zaken schuldig maakt, dan wordt hij daarvoor veroordeeld. Dit kan zelfs door middel van de doodstraf”.
Uganda, bij monde van Mirjam Blaak, geeft kritiek op hun land en politiek geen enkele kans. Maar wat als de ondemocratische zijde van Uganda, waarop de Deense documentaire wijst, realiteit is? Als oppositie en vrije pers niet worden toegelaten en als mensenrechten (van zowel kinderen als volwassenen) worden geschonden? Een zoektocht naar de waarheid over Ndugga leidt naar een ogenschijnlijk donkere keerzijde van een land dat model staat voor het Afrikaanse continent. Het filmmateriaal lijkt aanleiding te geven voor internationale aandacht. Ditmaal niet om de misdaden van de LRA aan de kaak te stellen, maar om het optreden van de Ugandese overheid onder de democratische loep te nemen. De afgelopen presidentsverkiezingen versterken deze vraag om aandacht. Waarnemers van de Europese Unie hebben al laten weten dat Museveni alles naar eigen hand heeft gezet om te winnen. Ook het feit dat voor de verkiezingen nog even de grondwet is gewijzigd, zodat Museveni zo vaak herkozen kan worden als hij wenst, wekt meer de suggestie van een alleenheerschappij dan van een democratie.