“Als je met Amerikanen door wijken als de Bijlmer in Amsterdam of het Haagse Laakkwartier loopt, dan geloven ze niet dat dit onze getto’s zijn. We wilden met deze documentaire geen beeld geven van de ergste probleemwijk van Nederland. We hebben bewust gekozen voor een middelgrote stad. De grootstedelijke problematiek heeft weer een heel eigen karakter. En daar wordt al voldoende aandacht aan besteed. Breda Noord is illustratief voor wat er in de naoorlogse uitbreidingswijken gebeurt. Achterstallig onderhoud, een groot verloop van bewoners, een groeiend aandeel allochtone gezinnen dat zich in deze wijken vestigt. De bewoners hebben het idee het afvoerputje van de stad te zijn. Vooral de jongeren van Marokkaanse afkomst lijken tussen wal en schip te belanden. Ze worden steeds meer buitengesloten van het maatschappelijke proces. In Breda zijn er maar twee uitgaansgelegenheden waar ze binnengelaten worden. Ik ben niet direct bang voor Franse situaties in deze wijken. Maar er is wel een parallel. Deze jongeren voelen zich fysiek weggestopt in het beton aan de rand van de stad. Als er niet in dit soort wijken geïnvesteerd wordt, dan ben ik bang dat een groot deel van de jonge bewoners de boot zullen missen.”
“Aanleiding voor de documentaire was eigenlijk een tweetrapsraket. In 2002 hebben we een documentaire gemaakt over Leerdam. Een Oudhollands plaatsje met veel inwoners van Molukse en Turkse afkomst. Die waren oorspronkelijk naar Leerdam gekomen om in de glasfabriek te werken. Het was eigenlijk een multiculturele samenleving avant la lettre. In 2002 deden zich een aantal vechtpartijen voor tussen de Molukse, Turkse en autochtone jongeren. Dat was voor ons reden om daar te gaan kijken. We hebben met wethouders, maatschappelijk werkers, ouders en jongeren gesproken en besloten uiteindelijk het verhaal met een publieksdebat te laten zien. We nodigden iedereen uit, van de burgemeester tot aan de jongeren zelf en het werd een zeer geanimeerd debat, en een interessante documentaire. Toen al besloten we vaker met deze vorm te gaan werken.”
“Kort na Leerdam zijn we in het kader van de probleemwijken al een keer in Breda Noord geweest, met het idee een publieksdebat te organiseren. We hebben toen ook al een heel aantal mensen gesproken, maar er leek onvoldoende urgentie te zijn om er een documentaire aan te wijden. Nu met de gemeenteraadsverkiezingen ligt dat anders. We zijn opnieuw naar de wijk gegaan en hebben gezien wat er in twee jaar tijd is gebeurd. Sommige beloftes van de gemeenteraad zijn wel ingelost. Hier en daar een likje verf doet voor het voorkomen van een wijk wonderen. Maar er lijken meer beloftes niet nagekomen te zijn. En dat is frustrerend voor de bewoners van de wijk.”
“Ook hier hebben we gekozen voor de vorm van een publieksdebat. Het is een niet vaak gebruikte vorm bij Tegenlicht, maar het leent zich uitstekend om complexe problemen zichtbaar te maken. Je hebt alle spelers fysiek aanwezig. Ik vind het een mooie manier om een verhaal te vertellen, en voor dit soort onderwerpen levert het meer op dan een reportage. Het is wel een lastige en spannende vorm, want je kunt het maar voor een deel regisseren. Je voert voorgesprekken met mensen, je weet wat ze ongeveer gaan zeggen. Maar tijdens het debat gaat het toch altijd weer net even anders. Wat ik opvallend vond tijdens de voorgesprekken en het debat is hoe trots de mensen eigenlijk zijn op hun wijk. Ze vinden het mooi, ruim en groen. En ze hebben echt last van het stigma dat de wijk heeft.”
“Er wordt al wel aandacht besteed aan probleemwijken, maar de politieke urgentie lijkt wat te slijten. Ik hoop dat we met ‘Erop of eronder in Noord’ politici en beleidsmakers nogmaals op het hart kunnen drukken hoe belangrijk het is om de beloftes die aan de bewoners van wijken als Breda Noord gedaan zijn, na te komen. Je ziet dat politici liever geld uittrekken voor prestige projecten. In Breda zijn dat bijvoorbeeld een facelift van het Spoorkwartier en het herstellen van de gedempte oude haven. Dat zijn natuurlijk mooie projecten, maar kunnen niet ten koste gaan van de aanpak van de problemen van de eigen bewoners.”